This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Late middeleeuwen start
Slide 1 - Slide
Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
Slide 2 - Slide
Vroege en late middeleeuwen
Slide 3 - Slide
Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
Slide 4 - Slide
Noem oorzaken van het ontstaan van een agrarisch-stedelijke samenleving in de late middeleeuwen.
Slide 5 - Open question
n
Ontstaan steden
Slide 6 - Slide
Late middeleeuwen start
Slide 7 - Slide
Ambachten
Door een overschot aan voedsel hoefde niet iedereen meer boer te zijn en ontstonden er ambachten die zorgde voor handel. Welke ambachten uit de middeleeuwen kun je vinden op het internet?
Slide 8 - Slide
H3: Ik kan uitleggen hoe en waar er tijdens de Middeleeuwen steden ontstonden.
S1: Ik kan uitleggen hoe handel een agrarisch-stedelijke samenleving creëerde.
S2: Ik kan uitleggen welke rol de Hanze speelden in de Middeleeuwen.
Slide 9 - Slide
Door een overschot aan voedsel hoefde niet iedereen meer boer te zijn en ontstonden er ambachten die zorgde voor handel. Welke ambachten uit de middeleeuwen kun je vinden op het internet? Kopieer een plaatje in de opdracht.
S1: Ik kan uitleggen hoe handel een agrarisch-stedelijke samenleving creëerde.
Kun je meer informatie toevoegen bij S1?
Slide 12 - Slide
methode 7.2 Boer en koopman
Opdrachten: allen
Slide 13 - Slide
De middeleeuwse samenleving was een agrarische samenleving. De meeste mensen leefden er als boer op het platteland. Vanaf de tiende eeuw werden de opbrengsten op het platteland hoger. Dat kwam vanwege het invoeren van enkele verbeteringen in de landbouw. De verbeteringen in de landbouw waren de volgende:
- het drieslagstelsel
- het ontginnen van nieuwe landbouwgronden
- de ijzeren ploeg
- het Arabisch halsjuk voor trekdieren
Het drieslagstelsel was al voor het jaar 1000 n.Chr. in gebruik, zoals al besproken in paragraaf 6.3. Dit stelsel van afwisselende beplanting zorgde ervoor dat de grond niet uitgeput raakte. Een andere uitvinding was het ontginnen van nieuwe landbouwgronden. Daarbij maakten boeren bossen, moerassen en heidegronden geschikt voor landbouw. Dat deden de boeren door het kappen of verbranden van bos en heidestruiken. Of door dijken en sloten in waterrijke gebieden aan te leggen, waarna het water kon worden weggepompt.
Rond het jaar 1000 werd een nieuw soort ploeg gebruikt, de ijzeren ploeg. Boeren werkten voor die tijd met een ploeg van hout om het land te bewerken. Een ploeg van ijzer heeft als voordeel dat hij ook de diepere lagen grond kan bereiken, waardoor de grond bovenop vruchtbaarder wordt. Ten slotte werd rond het jaar 1000 steeds meer gebruik gemaakt van het Arabisch halsjuk. Tot dan toe trok in Europa een os een landbouwwerktuig met een touw om de nek, wat het dier de adem benam. Het halsjuk zorgt ervoor dat het trekdier het landbouwwerktuig met de schouders trekt, waardoor het harder kan trekken zonder dat het moeite heeft met ademen.
Slide 14 - Slide
- het drieslagstelsel
- het ontginnen van nieuwe landbouwgronden
Grond geschikt maken voor landbouw, zoals bomen kappen.
- de ijzeren ploeg
- het Arabisch halsjuk voor trekdieren
Slide 15 - Slide
- het drieslagstelsel
- het ontginnen van nieuwe landbouwgronden
Grond geschikt maken voor landbouw, zoals bomen kappen.
- de ijzeren ploeg
- het Arabisch halsjuk voor trekdieren
S1: Ik kan uitleggen hoe handel een agrarisch-stedelijke samenleving creëerde.
Slide 16 - Slide
Het drieslagstelsel, het ontginnen van nieuwe landbouwgronden, de ijzeren ploeg en het het Arabisch halsjuk voor trekdieren zorgde voor een overschot aan voedsel. Hierdoor hoefde niet iedereen meer boer te zijn en konden mensen zich richten op andere ambachten.
Handelaren reisden lange afstanden met hun producten. Onderweg kochten en verkochten handelaren van alles op markten. Markten ontstonden langs de handelsroutes bij een kasteel of kerk of bij kruispunten van wegen en/of rivieren of bij een haven aan de kust. Wanneer meer mensen in de buurt van markten gingen wonen, ontstonden er nieuwe steden. Tussen 950 en 1300 verdubbelde de bevolking van Europa.
Schrijf bij S1 op!
Slide 17 - Slide
Heel veel mensen hoefden door de overschotten niet langer als boer te werken. In de steden kwamen nieuwe beroepen, zoals kooplieden en ambachtslieden. Met de komst van nieuwe steden werd de samenleving een agrarisch-stedelijke samenleving. Door de groei van de handel kwam er muntgeld in omloop. Dat was veel gemakkelijker te gebruiken als ruilmiddel. In Europa keerde daarmee de geldeconomie terug.
S1: Ik kan uitleggen hoe handel een agrarisch-stedelijke samenleving creëerde.