Quiz huis
1 / 30
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
A
Ijs
B
Vis
C
Kat
D
Kaas
Slide 2 - Quiz
A
Ik drink
B
Ik loop
C
Ik eet
D
Ik praat
Slide 3 - Quiz
A
De zee
B
De teen
C
De plee
D
De eend
Slide 4 - Quiz
A
Leeg
B
Vol
Slide 5 - Quiz
A
Ik lees
B
Ik praat
C
Ik loop
D
Ik wandel
Slide 6 - Quiz
A
De zeef
B
De zeeb
C
De zeep
D
De zeem
Slide 7 - Quiz
A
Ik vat
B
Ik vaar
C
Ik vis
D
Ik vlieg
Slide 8 - Quiz
A
Rutte
B
Trump
C
Wilders
D
Kaag
Slide 9 - Quiz
A
President
B
Koning
C
Politicus
D
Chauffeur
Slide 10 - Quiz
A
Bus
B
Vliegtuig
C
Auto
D
Trein
Slide 11 - Quiz
A
Vliegveld
B
Treinstation
C
Busstation
D
Parkeerplaats
Slide 12 - Quiz
A
Klaver
B
Biden
C
Rutte
D
Trump
Slide 13 - Quiz
A
Links
B
Rechts
Slide 14 - Quiz
A
Smeerkaas
B
Pindakaas
Slide 15 - Quiz
De kaas ... in de zak
A
zit
B
staat
C
op
D
boven
Slide 16 - Quiz
Wat is juist?
A
Aap
B
Ap
C
Ab
D
Aab
Slide 17 - Quiz
Wat is juist?
A
Appel
B
Apfel
C
Abbel
D
Apel
Slide 18 - Quiz
Wat is juist?
A
Zoom
B
Soon
C
Zoon
D
Zom
Slide 19 - Quiz
Wat is juist?
A
Stoels
B
Stoelen
C
Stoelz
D
Stoellen
Slide 20 - Quiz
Wat is juist?
A
Dogter
B
Dochter
C
Dokhter
D
Dochteren
Slide 21 - Quiz
Ik ... op mijn bed in de slaapkamer.
A
lach
B
lig
C
log
D
leg
Slide 22 - Quiz
De bank ... in de woonkamer.
A
staat
B
staan
C
sta
D
stat
Slide 23 - Quiz
De bank ... in de woonkamer.
A
staat
B
staan
C
sta
D
stat
Slide 24 - Quiz
De koelkast staat in de ... .
A
kelder
B
keuken
C
woonkamer
D
slaapkamer
Slide 25 - Quiz
... de zolder staat niks.
A
Onder
B
Naast
C
In
D
Op
Slide 26 - Quiz
A
Tuin
B
Bos
C
Balkon
D
Zolder
Slide 27 - Quiz
A
Zak
B
Tas
C
Schoen
D
Schoon
Slide 28 - Quiz
A
Schoen
B
Schoenen
C
Schoon
D
Schoonen
Slide 29 - Quiz
A
Zoon
B
Zon
