• Maak grote tekeningen. Maak niet meer dan twee of drie tekeningen op een bladzijde.
• Teken eerst met dunne lijnen. Als dat goed is, maak je de lijnen dikker.
• Teken precies wat je ziet.
• Schrijf onder de tekeningen wat je hebt getekend.
• Schrijf ook op wat voor soort tekening het is (een natuurgetrouwe of een schematische tekening).
• Soms gebruik je een loep om iets goed te zien. Je tekent het dan groter. Schrijf de vergroting bij de tekening.
• Schrijf namen bij de delen die je kent. Trek vanaf elk van die delen een horizontale lijn. Doe dit met een liniaal. Schrijf de naam bij de lijn.
• Werk netjes!