E Grammatik

Programm
Wörter abhören [S.132 linker helft]
Grammatik [uitleg]
Aufgaben machen
Quiz [Grammatik]
Hausaufgabe

1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programm
Wörter abhören [S.132 linker helft]
Grammatik [uitleg]
Aufgaben machen
Quiz [Grammatik]
Hausaufgabe

Slide 1 - Slide

mondeling [week 21]
Jullie werken met z'n vieren.
- Elke groep maakt vóór week 21 zeven video's, namelijk van hfd. 1+2, 3, 4, 5, 6, 7, 9
- Jullie krijgen elke week wat tijd tijdens de les om aan je MO te werken. Wanneer de docent het aankondigt, kunnen jullie jullie video inleveren voor feedback. Docent vertelt je alleen of het een voldoende of onvoldoende is.
- Je spreekt vrij, dwz. je leest niet voor. Geen voice over. Je bent goed in beeld. Je praat over elk hfd, (hfd. 1 en 2 tellen als één hfd) minimaal een halve minuut.
- Bewaar jullie videos goed. Verloren= live mondeling doen bij de docent.
- In week 21 kiest elke groep 4 videos waar jullie er trots op zijn en lever deze via teams in. 

Slide 2 - Slide

Stundenziel
Am Ende der Stunde 
kan je de regel voor het vervoegen van zwakke wekwoorden noemen.
kan je de juiste uitgang bij het werkwoord zetten.

Slide 3 - Slide

rter abren! 10 Min
Dictee!
Schreib in dein Heft

Slide 4 - Slide

Weektaak
Aufgaben fertig E Grammatik+F Sprechen

Slide 5 - Slide

Grammatik [uitleg]  10 Min.
meeschrijven:
alles meeschrijven
duidelijk opschrijven
met kleuren versterken
heb je nog vragen?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Aufgaben machen
Wie lange      8 Minuten
Wo                    Seite 119
Was                  Nr. 19/20
Hilfe                 aantekeningen
Fertig?           grammatica uit je hoofd leren
timer
8:00

Slide 8 - Slide

regelmatige werkwoorden vervoeging 
Ich 
Du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
Stam + en 
stam + t
stam + e
stam + en 
stam + st
stam + t 

Slide 9 - Drag question

Vervoeg het werkwoord "machen"
mache
machst
macht
machen
macht
machen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 10 - Drag question

Vervoeg het werkwoord "arbeiten"
arbeite
arbeitest
arbeitet
arbeiten
arbeitet
arbeiten
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie

Slide 11 - Drag question

Vervoeg het werkwoord "tanzen"
tanze
tanzt
tanzen
tanzen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
tanzt
tanzt

Slide 12 - Drag question

Hausaufgabe
Grammatik lernen
Aufgabe Nr. E19+E20

Slide 13 - Slide