What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
modale verben + luisteren
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3,4
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
. November 2022
Slide 2 - Slide
die Planung
Grammatik wiederholen
Logo Nachrichten
Slide 3 - Slide
Was weißt du ?
modale werkwoorden
7 Fragen
Slide 4 - Slide
(können)
Ihr ...... es nicht sehen
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 5 - Quiz
(können)
Sander ...... dir helfen.
A
kann
B
könnt
C
können
D
kannst
Slide 6 - Quiz
(dürfen)
Ich ..... es euch nicht sagen
A
dürfen
B
darf
C
dürft
D
dürf
Slide 7 - Quiz
(müssen)
Ich komme nicht mit. Ich ..... noch packen.
A
muss
B
müss
C
müssen
D
musst
Slide 8 - Quiz
(sollen)
Anna, du _____ aufstehen!
A
soll
B
söllst
C
sollst
D
sollen
Slide 9 - Quiz
(wollen)
Anna und Timo ____ morgen nicht zur Schule gehen.
A
wollt
B
wollen
C
willen
D
willst
Slide 10 - Quiz
Ich ........... zur Toilette!
Nein, ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag
Slide 11 - Drag question
Logo Nachrichten
Mitmachen: Forms oder Papier
Slide 12 - Slide
Aufgaben machen
opdrachten maken
Wa
s (wat
)? Schritt 29/30
Wie (hoe)?
Online of boek
Hilfe (hulp)?
Buren, docent
An die Arbeit!
Slide 13 - Slide
Modale werkwoorden
Geeft een extra betekenis aan de zin: dat je iets mag/kan/moet.
*Bij het enkelvoud verandert de klinker.
müssen
wollen
können
dürfen
mögen
sollen
moeten
(noodzaak, plicht)
willen/ zullen
kunnen
mogen
leuk vinden, houden van, lusten,
iemand mogen
moeten
(verzoek/opdracht van een ander)
Slide 14 - Slide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/
S
ie
muss
musst
muss
müssen
müsst
müssen
müssen
will
willst
will
wollen
wollt
wollen
wollen
kann
kannst
kann
können
könnt
können
können
noodzaak/ willen/ kunnen
plicht zullen
v.d. gemusst gewollt gekonnt
Slide 15 - Slide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/
S
ie
darf
darfst
darf
dürfen
dürft
dürfen
dürfen
mag
magst
mag
mögen
mögt
mögen
mögen
soll
sollst
soll
sollen
sollt
sollen
sollen
mogen leuk vinden, houden van moeten (verzoek/
lusten, iemand mogen opdracht van een ander)
v.d. gedurft gemocht gesollt
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Woe 16-11-22 2.1 + luisteren
November 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Woe 11-01-23 Herhaling gramm
January 2023
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
N - modale werkwoorden verleden tijd
December 2023
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
modale werkwoorden
November 2023
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
N - modale werkwoorden verleden tijd
December 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
N - modale werkwoorden verleden tijd
11 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
modale werkwoorden Lektion 1
April 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
modale werkwoorden
November 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2