This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Kennis van de proactief beveiliger
Slide 1 - Slide
Verdachte indicatoren
Verdachte indicatoren (vi) wijken af van wat normaal is op die plek, op die dag en tijdstip en zijn te koppelen aan een AMO.
Wat afwijkt zijn o.a.: gedrag, uiterlijk voorkomen, bezittingen, verhaal dat iemand vertelt, documentatie dat wordt getoond of de situatie wat zich voordoet.
Slide 2 - Slide
https:
Slide 3 - Link
Bedenk eens goed wat normaal gedrag is in jouw straat of wijk. Benoem 7 verdachte gedragingen dat normafwijkend is voor jouw straat of wijk.
Slide 4 - Open question
Let op!!
Er is pas sprake van verdacht gedrag als er een relatie bestaat tussen specifieke verdachte indicatoren (Vi) en de specifieke werkwijze van een tegenstander ofwel Aanvallersmethode Van Operatie. (AMO)
Slide 5 - Slide
Een Vi kan bijvoorbeeld een vervalst ID-bewijs zijn. Waar moet je op letten bij het uitvoeren van ID-controle?
Controleer of de foto overeenkomt met de persoon dat voor je staat. Kijk goed naar kenmerken in het gezicht. Bijv. Moedervlekken, littekens, vorm van de wenkbrauwen, de grootte van de neus, de vorm van de lippen en de kaaklijn.
Slide 6 - Slide
Een ID-kaart of paspoort bevat verschillende kenmerken.
1e lijns kenmerken: Dat zijn kenmerken die je zonder hulpmiddel kunt waarnemen.
2e lijns kenmerken: Dat zijn kenmerken die je enkel door middel van hulpmiddelen kunt waarnemen
Slide 7 - Slide
Ga naar http://www.edisontd.net/ en achterhaal welke echtheidskenmerken jij kunt achterhalen bij een Nederlands ID-kaart. Benoem ten minste 4 eerstelijns en 4 tweedelijnskenmerken.
Slide 8 - Open question
Bij het controleren van ID-bewijzen kunnen er verdachte indicatoren aanwezig zijn. Bijvoorbeeld:
De persoon spreekt niet de taal van zijn ID-bewijs
De persoon weet te weinig of juist te veel over zijn ID-bewijs
De kenmerken zoals lengte, leeftijd komen niet overeen met de persoon dat voor je staat
ID-bewijs lijkt aangepast/veranderd
Persoon probeert gezichtskenmerken te verbergen tijden het SQ-gesprek
Slide 9 - Slide
Classificatie
Na aanleiding van het SQ gesprek dien je een afweging te maken of er mogelijk een verdachte indicator is. Om dit in korte termen duidelijk over te brengen aan anderen spreek je in classificaties dat je aan de door jouw vastgestelde situatie kunt koppelen.
Slide 10 - Slide
Classificaties zijn te koppelen in de volgende niveaus:
Er is geen verdachte indicator
Er is een verdachte indicator
De verdachte indicator is ontkracht
Er is een niet ontkrachte verdachte indicator
Slide 11 - Slide
Er is geen verdachte indicator
Je hebt als proactieve beveiliger géén verdachte indicator waargenomen dat in relatie staat tot de AMO
Slide 12 - Slide
Er is een verdachte indicator
Je hebt als proactieve beveiliger een verdachte indicator waargenomen dat in relatie staat tot de AMO
Slide 13 - Slide
De verdachte indicator is ontkracht
Je hebt door het toepassen van een security questioning gesprek kunnen vaststellen dat de waargenomen verdachte indicator achteraf onschuldig blijkt te zijn
Slide 14 - Slide
Er is een niet ontkrachte verdachte indicator
Je hebt na het toepassen van een Security questioning gesprek niet kunnen vaststellen dat de verdachte indicatoren onschuldig blijken te zijn. De dreiging is nog steeds van kracht.