1. Als je woorden met een korte klank langer maakt, komt er een medeklinker bij: één man, twee mannen (niet *manen).
2. Als je woorden met een lange klank langer maakt, verdwijnt er een klinker: één maan, twee manen (niet *maanen).
3. Als je woorden met een tweetekenklank langer maakt, verandert er niks: één zoen, twee zoenen.