11. Juni 2024/Lesen und Wörterbuch

Am Ende dieser Stunden

- kun je het woordenboek D-N op een correcte manier gebruiken
- kun je een tekst begrijpen met hulp van de strategieën
Wie?

-  oefenleestoets maken
-  bitte einloggen in Lessonup
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Am Ende dieser Stunden

- kun je het woordenboek D-N op een correcte manier gebruiken
- kun je een tekst begrijpen met hulp van de strategieën
Wie?

-  oefenleestoets maken
-  bitte einloggen in Lessonup

Slide 1 - Slide

Info in Lessonup
Les over leesstrategieën en het verstandig gebruiken van een woordenboek

Slide 2 - Slide

Hausaufgaben
Jede Stunde Lernliste D-N zu einem Kapitel lernen.

Heute: gelernt Lernliste D-N zu Kapitel 3
Donnerstag: Lernliste D-N zu Kapitel 4

Slide 3 - Slide




Het gebruik van een woordenboek


timer
2:00

Slide 4 - Slide

Aufgabe
Zoek in het woordenboek naar deze woorden (rechts). 
Hoeveel en welke betekenissen hebben ze in het NL?

Bank
machen
backen
wandern
dagegen
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Noem minstens één belangrijke strategie bij het opzoeken van het juiste woord in een woordenboek.

Slide 6 - Open question

Aufgabe
Wähle aus:
1 Mache den 'Oefenleestoets' in Lessonup (map toetsen)
2 Lese einen Text auf Papier
Wie? alleine und ganz still
Hilfsmittel: die Lesestrategien, ein Wörterbuch, aber nur wenn notwendig
Fertig? Mache einen Text auf Papier oder im Buch: die Teilen D und H aus der Methode
timer
20:00

Slide 7 - Slide

SIGNAALWOORDEN
Dat zijn woorden die zeggen dat er wat gaat gebeuren!

Slide 8 - Slide

6. also

A
dus
B
want
C
daarom
D
of

Slide 9 - Quiz

7. heute
A
nu
B
vandaag
C
vroeger
D
later

Slide 10 - Quiz

8. zum Beispiel

Slide 11 - Open question

9. aber

Slide 12 - Open question

10. weil

Slide 13 - Open question

Tot zover de signaalwoorden.
Nu verder met de werkwoorden.

Slide 14 - Slide

11. Die Parkzeit ist unbegrenzt.
A
ist
B
sein
C
sind

Slide 15 - Quiz

12. Ein kostenfreies Parkticket gilt 10 Minuten.
A
gilt
B
gilten
C
gelten

Slide 16 - Quiz

15. Er macht die Menschen neugierig.

Slide 17 - Open question

Dat was de infinitief.
Dan gaan we verder met de zelfstandige naamwoorden.

Slide 18 - Slide

Meerdere betekenissen

Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2 enz.
Kies de vertaling die het beste in de context past.

Slide 19 - Slide

19. Absatz
Wat is de betekenis van dit woord als het gaat over het thema leesvaardigheid?

Slide 20 - Open question

De belangrijkste strategie vooraf:

Slide 21 - Slide

Je hebt net de oefenleestoets gemaakt. Wat heb je nog nodig om de leestoets voldoende te maken?

Slide 22 - Open question

Aufgabe: lesen
- Wähle einen Text auf Papier
- Versuche mit Hilfe der Strategien den Text zu verstehen
- Benutze das Wörterbuch schlau 

Die Texte auf Papier
- Immer weniger für die Tonne
- Europa wählt
- Tapir und Tor
- das ist das Technische Hilfswerk
Online
  • die Europäische Union: entdecke die 27 Mitgliedsländer (interaktiv).
Aufgabe: Notiere von 4 Länder was sie so besonders machen (auf Niederländisch)


Gar keinen Bock auf Lesen? 
Mache ein Quiz über Deepfakes (Schwierig!)
Du findest das Quiz hier:
https://www.klicksafe.de/materialien/deepfakes-und-co

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Neem je eigen woordenboek D-N mee bij de leestoets!

Slide 26 - Slide