De mogelijkheden en beperkingen van Google

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Wat weet je al over Google?

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de mogelijkheden en beperkingen van Google beschrijven.

Geef een duidelijk doel voor de les aan het begin.

Wanneer is Google opgericht?

Waar komt het woord Google vandaan?

googol = 1 met 100 nullen

Wat is Google?

Google is een zoekmachine die informatie op het internet vindt en indexeert.

Leg kort uit wat Google is en waarvoor het wordt gebruikt.

Zoeken met Google

Met Google kun je informatie zoeken door trefwoorden in te voeren.

Hoe krijg je het beste antwoord als je iets zoekt?

Toon een voorbeeld van een zoekopdracht en bespreek hoe Google zoekresultaten presenteert.

Google Maps

Google Maps is een online kaartendienst waarmee je locaties kunt zoeken en routes kunt plannen.

Laat een voorbeeld van Google Maps zien en bespreek hoe het nuttig kan zijn in het dagelijks leven.

Gmail

Gmail is een e-maildienst van Google waarmee je elektronische berichten kunt verzenden en ontvangen.

Bespreek de functies en voordelen van Gmail en hoe het verschilt van andere e-mailproviders.

Google Drive

Google Drive is een online opslagdienst waarmee je bestanden kunt opslaan en delen.

Leg uit hoe Google Drive werkt en wat de voordelen zijn van cloudopslag.

Privacy en beveiliging

Google verzamelt gegevens om gepersonaliseerde zoekresultaten en advertenties te tonen, wat privacykwesties kan opleveren.

Bespreek de privacyproblemen die kunnen optreden bij het gebruik van Google en hoe gebruikers hun privacy kunnen beschermen.

Conclusie

Google biedt veel handige diensten, maar het is belangrijk om bewust te zijn van de privacy-implicaties en beperkingen.

Vat de belangrijkste punten samen en benadruk het belang van bewust gebruik van Google.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.