Hoofdstuk 4: Aan het werk Paragraaf 1: Voor wie werk je?
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Hoofdstuk 4: Aan het werk Paragraaf 1: Voor wie werk je?
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:
wat het verschil is tussen werken in loondienst en als zelfstandige
welke arbeidsvoorwaarden er zijn
wat vaste en flexibele arbeid is
LEERDOELEN
Slide 2 - Slide
Loondienst <-> zelfstandige
In loondienst heb je als werknemer een arbeidsovereenkomst met je werkgever. --> Afgesproken loon, recht op vakantiedagen en vakantiegeld. Ook ben je zeker van geld bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid
Zelfstandigen hebben hun eigen onderneming. De winst die ze daarmee behalen, is hun inkomen. Een deel van de ondernemers heeft personeel in dienst, de rest is zzp'er (zelfstandig zonder personeel)
Slide 3 - Slide
Loon of winst
In loondienst heb je als werknemers een arbeidsovereenkomst met je werkgever. Je verdient dan een afgesproken loon voor een afgesproken aan tal werkuren.
Als zelfstandige heb je een eigenonderneming. De winst die je daarmee behaalt, is je inkomen.
Slide 4 - Slide
Ondernemingsvormen
eenmanszaak
vennootschap onder firma (vof)
besloten vennootschap (bv)
naamloze vennootschap (nv)
zelfstandige zonder personeel (zzp-er)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst is een contract tussen werknemer en werkgever. Hierin staan afspraken over de werkzaamheden, de beloning en de werktijden.
Slide 7 - Slide
Arbeidsovereenkomst:
Wanneer ga je beginnen
Vaste/tijdelijk dienstverband
Welke CAO is geldig
Wanneer je werkt
Bruto salaris
Vakantiedagen
Opzegtermijn
Proeftijd
Overige afspraken tussen werkgever en werknemer
Vraag 19
Vraag 20
Rekenvraag 8
(blz 133)
Slide 8 - Slide
Arbeidsovereenkomst eindigd
* in de proeftijd * als ouders van kinderen jonger dan 16 jaar binnen 4 weken bezwaar maken * afgesproken eind datum (tijdelijke arbeidsovereenkomst) * na een opzegtermijn (bij vaste arbeidsovereenkomst)
Slide 9 - Slide
Proeftijd
Bij een nieuwe baan spreek je een proeftijd af om te kijken of het bevalt.
Tijdens de proeftijd mag de werknemer en/of de werkgever op ieder moment de arbeidsovereenkomst beëindigen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Tijdelijke baan:
voor een bepaalde tijd
tot afgesproken einddatum
Vaste baan:
voor on-bepaalde tijd
er is geen einddatum
Flexibele baan:
je werkt wanneer je nodig bent
oproepkracht uitzendburo
Slide 12 - Slide
VAST WERK
FLEXIBEL WERK
Proeftijd = een periode waarin werkgever en werknemer zonder opgaven van rede de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen. Duur: maximaal 2 maanden
Vaste baan = Er staat geen eind datum in je contract. Dat is een baan voor onbepaalde tijd
Tijdelijke baan = een baan voor een bepaalde tijd. Er staat een eind datum in het contract.
Tussen 6 maanden en 1 jaar is één maand proeftijd toegestaan.
Uitzendbaan =
je werkt dan voor een uitzendbureau
Oproepkracht = je hebt dan een contract waarin je uren niet vast zijn. De werkgever kan je bellen als je nodig hebt
Slide 13 - Slide
timer
1:00
Vul de juiste woorden in.
Afspraken tussen een werknemer en een werkgever staan in de . Staat hier een einddatum in, dan gaat het om een baan. Staat er geen einddatum in, dan is het een baan. Er zijn ook mensen die werken via het uitzendbureau of met een oproepcontract, zij hebben een baan.
arbeidsovereenkomst
tijdelijke baan
vaste baan
flexibele baan
Slide 14 - Drag question
Werknemer
Zelfstandige (ZZP-er)
Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden
Eenmanszaak
Je bent in loondienst en hebt een arbeidsovereenkomst met je werkgever
Iemand met een eigen onderneming die zijn inkomen verdient
Dat zijn je functie, het aantal uren per week dat je werkt en je loon.
Ook wel je contract genoemd
Je bent alleen verantwoordelijk voor schulden van je bedrijf met je privé vermogen.
Slide 15 - Drag question
collectieve arbeidsovereenkomst
In een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) staan arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers in één bedrijf gelden, of voor een hele groep bedrijven.
Slide 16 - Slide
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden.
Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden
Slide 17 - Slide
Wit werk
Werk waarvoor je betaald krijgt en belasting + premies afdraagt
Grijs werk
Vrijwilligerswerk
Werk in het huishouden
Zwart werk
Betaalde arbeid waarover je geen belasting en premies betaald
Slide 18 - Slide
Wettelijk minimumloon
Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
Vof
Bv
Proeftijd
Hierin staan alle arbeidsvoorwaarden die gelden voor de gehele bedrijfstak
Het loon dat je minimaal moet ontvangen
Een periode waarin werkgever en werknemer zonder opgave van reden de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen
Vennootschap onder firma. Je bent met twee of meer eigenaar. Bij schulden ben je met je privé vermogen aansprakelijk
Meerdere mensen zijn eigenaar. Bij schulden kunnen ze niet bij je privé vermogen. Oer je winst, betaal je vennootschapsbelasting.
Slide 19 - Drag question
Welke arbeidsvoorwaarde staat NIET in een arbeidsovereenkomst? Kies het juiste antwoord.
A
Hoe vaak je naar het toilet mag
B
welk werk je gaat doen
C
hoeveel uur je werkt
D
Wat je salaris is per week of per maand
Slide 20 - Quiz
Wat is het verschil tussen een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst) en een arbeidsovereenkomst (contract)
A
CAO is wettelijk verplicht, contract niet
B
CAO geldt voor alle werknemers en een contract is individueel
C
Werkgevers hoeven zich niet aan een CAO te houden
D
In een contract staan alleen primaire arbeidsvoorwaarden
Slide 21 - Quiz
Welk van de vier is GEEN ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
V.o.F
C
B.V.
D
A.P.
Slide 22 - Quiz
Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.