Je gebruikt de '-ing vorm' ook als een soort zelfstandig naamwoord:
1. Na werkwoorden die 'begin', 'einde', of 'doorgaan' aangeven. (start, begin, finish, go on, etc.)
Example: Everybody had finished writing.
2. Na een aantal andere werkwoorden. (delay, postpone, put off, imagine, consider, avoid, etc)
Example: I put off learning vocabulary for a whole week.
3. Na een aantal uitdrukkingen. (it's no good, it's no use, it's worth, can't help, to be busy, etc)
Example: She can't help singing all day long.
Leer al deze werkwoorden en uitdrukkingen op blz. 64 en 65 van je kleine boekje