What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 4: Feitelijke en waarderende argumenten
Les 4: Feitelijke en waarderende argumenten
Programma
Uitleg: feitelijke en waarderende argumenten
Oefenen
Inzage en bespreking toets poëzie
Tijd voor huiswerk (opdr. 2, blz. 195)
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 4: Feitelijke en waarderende argumenten
Programma
Uitleg: feitelijke en waarderende argumenten
Oefenen
Inzage en bespreking toets poëzie
Tijd voor huiswerk (opdr. 2, blz. 195)
Slide 1 - Slide
Wat is dit?
Standpunt/ mening van de auteur
Slide 2 - Slide
Feitelijke en waarderende argumenten
Een
standpunt
, ofwel mening, onderbouw je met een of meerdere
argumenten
.
Als je onderbouwing controleerbaar is, dan noem je dat een
feitelijk argument.
Het argument is dan (bewezen) waar of onwaar.
Als je onderbouwing niet controleerbaar is, dan noem je dat een
waarderend argument.
Dat is een argument waarover je van mening kunt verschillen.
Slide 3 - Slide
De regisseur is omstreden, omdat...
Feitelijk of waarderend?
Feitelijk: dit argument is waar/ controleerbaar.
Slide 4 - Slide
Het is een goede film, omdat
Feitelijk of waarderend?
Waarderend: je kunt niet aantonen dat iets fijn, goedaardig of grappig is.
Slide 5 - Slide
Even oefenen!
Pak je boek erbij, blz. 194
Opdracht 1
1)
Onderstreep
in de zinnen het argument
2) Zet erachter of het argument feitelijk (f) of waarderend (w) is
3) Omcirkel het signaal (als dat er is)
Slide 6 - Slide
1) Wat is de stelling?
A
Jeroen Huizinga is een leuke docent.
B
Het is dus geen wonder dat leerlingen goed naar hem luisteren.
Slide 7 - Quiz
1) Is dit een feitelijk of waarderend argument?
Jeroen Huizinga is een leuke docent.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 8 - Quiz
1) Staat er een signaalwoord in de zin dat het argument aangeeft?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
2) Wat is de stelling?
A
De ouders van Nikki zullen met kerst waarschijnlijk niet gourmetten
B
Ze zijn een jaar geleden vegetariër geworden.
Slide 10 - Quiz
2) Is dit een feitelijk of waarderend argument?
Ze zijn een jaar geleden vegetariër geworden.
A
Feitelijk
B
Waarderend
Slide 11 - Quiz
2) Staat er een signaalwoord in de zin dat het argument aangeeft?
want
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Maak nu zelfstandig zin 3 t/m 6
timer
4:00
Slide 13 - Slide
Antwoorden
Zin 3
Argument: er zijn meerdere geneeswijzen ontdekt (f)
Signaal: immers
Zin 4
Argument: je kunt in Italië zo lekker eten (w)
Signaal: omdat
Zin 5
Argument: de zeespiegel is nog nauwelijks gestegen (f)
Signaal: /
Zin 6
Argument: er gebeuren veel ongelukken met het afsteken van vuurwerk (f)
Signaal: /
Slide 14 - Slide
Aan de slag!
Maak opdr. 2 (blz. 195)
Boekverslag niet ingeleverd? Lees je Magistermail.
Slide 15 - Slide
Aan de slag!
Maak opdr. 2 (blz. 195)
Kijk zelfstandig de herhalingsopdrachten na (les 1 en les 2)
Boekverslag naar behoren ingeleverd?
Slide 16 - Slide
Nu: inzage toets poëzie
Slide 17 - Slide
More lessons like this
§1: Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen (1/2) SI
April 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Argumenteren
March 2021
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Argumenteren op woensdag 1 februari 2024
January 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Argumenteren 4 havo - week 1
March 2021
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
§3 Argumenteren: argumentatiestructuren
5 days ago
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, havo, vwo
Leerjaar 3
4h3 Argumenteren 1 les 2
May 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
argumenteren les 3
September 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Argumenteren 2
March 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4