Basis Scratch

Basis Scratch
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ICTSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Basis Scratch

Slide 1 - Slide

Wat is programmeren
Schrijven van instructies voor een computer om taken uit te voeren.
Het is als het maken van een recept waarin je de computer vertelt wat hij moet doen, stap voor stap.
Zo kan je coole dingen maken, zoals apps, games en websites.

Slide 2 - Slide

Programmeertalen
Om een eigen toepassing te programmeren zal je gebruik maken van een programmeertaal.

Iedere programmeertaal heeft zijn eigen woordenschat waarmee je de computer instructies kan geven.

Slide 3 - Slide

Text-based
Wereldwijd het meest gebruikt.

Gebaseerd op het gebruik van tekst om instructies op te stellen voor de computer.

Veelgebruikte text-based programmeertalen:
  • Python
  • PHP
  • Java
  • C++

Slide 4 - Slide

Block-based
Geen gebruik van tekst.
Instructie opstellen met blokken.

Iedere blok heeft een specifieke vorm.
Om een toepassing te maken sleep je blokken in een bepaalde volgorde. Als de blokken passen is het een geldige opbouw van de instructie.

  • Blockly
  • Scratch

Slide 5 - Slide

Scratch
  1. Ga naar scratch.mit.edu.
  2. Scratch neemt de taal over van je webbrowser. Als deze niet op Nederlands staat, scroll je helemaal naar onder en wijzig je de taalkeuze.
  3. Klik op Word Scratcher (rechtsbovenaan).
  4. Kies een Scratch-gebruikersnaam en paswoord.

Slide 6 - Slide

Scratch omgeving

Slide 7 - Slide

Scratch omgeving
1. Speelveld
Het speelveld is daar waar de sprites bewegen, waar je het resultaat van jouw script ziet.
Bijvoorbeeld: een figuurtje beweegt of de uitkomst van een som wordt hier getoond.

Slide 8 - Slide

Scratch omgeving
2. Spritelijst
Een sprite is een afbeelding, tekening of animatie die je aan je programma kan toevoegen.
In Scratch heeft elke sprite zijn eigen script. Dit wel zeggen dat de instructies die je toevoegt steeds
van toepassing zijn op de sprite die op dat moment geselecteerd is.

Slide 9 - Slide

Scratch omgeving
3. Blokkenpalet
Hier staan de commando’s van Scratch die je kunt gebruiken om jouw script te maken.

4. Scriptzone
In de scriptzone wordt het programma gebouwd met behulp van de commando’s die je in het
blokkenpalet selecteert.

Slide 10 - Slide

Scratch omgeving
5. Verschillende tabbladen
▪ Code: de plaats waar je jouw code bouwt
▪ Uiterlijk/Costums: de plaatst waar je jouw sprite kan personaliseren
▪ Geluiden/sound: de plaats waar je het geluid van jouw sprite kan personaliseren.

6. Start en stop van een script.

Slide 11 - Slide

Scratch-blokken
  • Instructieblokken en besturingsblokken
  • Kleine bultjes en inkepingen
  • Blokken aan elkaar klikken om stapels te bouwen
  • Onderverdeeld in verschillende groepen met elk hun eigen kleur

Slide 12 - Slide

Gebeurtenisblokken
  • Ronde bovenkant, worden aan de bovenkant van een stapel geplaatst.
  • Wachten tot een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt
  • Bv. het indrukken van een bepaalde toets

Slide 13 - Slide

Functieblokken en besturingsblokken
  • Functieblokken hebben meestal geen inkepingen.
  • Ze kunnen niet zelfstandig een laag in het script vormen.
  • Met besturingsblokken kan je lussen inbouwen of beslissingen nemen.

Slide 14 - Slide

Nieuw project
  • Start  elke keer met een nieuw project
  • Geef het project een logische naam
  • Noteer naam in PascalCase
  • Niet: hello world
  • Wel: HelloWorld

Slide 15 - Slide

HelloWorld
Maak een toepassing die de tekst
Hello World 10 seconden weergeeft

Slide 16 - Slide

HelloWorld

Slide 17 - Slide

Adresgegevens
Ontwerp een toepassing die je volledige adres uitschrijft met behulp van 3 instructies.

Slide 18 - Slide

Adresgegevens

Slide 19 - Slide

Naam
Ontwerp een toepassing die jouw naam vraagt.
Daarna zegt de kat "Dag [jouw naam]"

Slide 20 - Slide

Naam

Slide 21 - Slide