Toen het Romeinse Rijk niet meer bestond, was het niet duidelijk wie de baas was. Overal in Europa werd er gevochten. De Vikingen die op zoek waren naar handel of een nieuwe plek om zich te vestigen, ontdekten dat Europa zwak was. Er waren allemaal kleine gebieden waar iemand de baas was. Er was niet 1 groot leger. Steeds vaker overvielen zij boerderijen, dorpen en kloosters. Ze roofden kostbare spullen. De Vikingen voeren zelfs naar de Middellandse Zee en Amerika om daar te plunderen. De Franse koning Karel de Grote gaf een Vikinghoofdman een stuk land cadeau. In ruil daarvoor moest hij het land van de koning beschermen tegen andere Vikingen. Omdat de Vikingen ook wel Noormannen genoemd werden, werd het stuk land waar de Vikinghoofdman met zijn mannen ging wonen Normandië genoemd.