1.1 Nieuwe samenlevingen (B)

Het Britse Rijk (1585-1900)
1.1 Nieuwe samenlevingen (B)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het Britse Rijk (1585-1900)
1.1 Nieuwe samenlevingen (B)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 

1. Welkom
2. Leerdoelen nabespreken
3. Leerdoelen
4. Theorie
5. Beeldmateriaal
6. Aan de slag 
7. Leerdoelen nabespreken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen nabespreken

1. Je weet drie Engelse (als land) motieven voor kolonisatie van Noord Amerika.

2. Je weet twee motieven om te verhuizen naar Noord Amerika (persoonlijk) 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

1. Je kunt het verschil tussen het noorden en zuiden van Noord Amerika noemen.

2. Je kunt uitleggen welke en hoe Europese verlichte ideeen populair werden in Noord Amerika.

Slide 4 - Slide

Theorie

Het verbouwen en verwerken van tabak was arbeidsintensief. Ook bij het verbouwen van andere plantagegewassen zoals rijst, thee en indigo waren veel handen nodig. 

Ze gingen daarom met een systeem werken waarbij nieuwkomers uit Engeland tussen de 4 en 7 jaar moesten werken op de plantages. Daarna kregen ze een eigen stuk land om zelf een plantage te beginnen. 

Slide 5 - Slide

Theorie

In 1619 bracht een Hollands schip Afrikaanse slaven naar Noord-Amerika. Met deze Afrikanen werden eerst de dezelfde regels gehanteerd. Deze regel werd al snel aangepast: je wilt toch dat mensen zo goedkoop mogelijk op je plantages blijven werken?

Opschrijven: 
Afrikanen werken in slavernij op de Engelse plantages. De trans-Atlantische slavenhandel raakte onlosmakelijk verbonden met de plantage-economie. 

Slide 6 - Slide

Engeland richtte voor deze winstgevende driehoekshandel de Royal African Company op. Dit is dus eigenlijk de Engelse tegenhanger van de .. 



Slide 7 - Slide

Theorie

Het noorden en zuiden van Noord-Amerika verschilden enigszins van elkaar. 

Opschrijven:
Waar in het zuiden een agrarische samenleving ontstond met plantages en landarbeid door slaven, kregen de kolonien in het noorden alle kenmerken van vestigingskolonien: een gebieden waar mensen zich blijvend vestigen. Nadruk op handel en nijverheid.  

Slide 8 - Slide

Theorie

Engeland ging ervan uit dat de kolonien altijd de belangen van het moederland moesten ondersteunen. De kolonisten moesten eigenlijk alles doen voor het moederland Engeland. 

Engeland vocht echter dure oorlogen uit tegen Frankrijk in Noord-Amerika. Oorlogen die ook weer betaald moesten worden en belastingen werden daarom verhoogd. Ook voor de kolonisten. 

Slide 9 - Slide

Theorie

De kolonisten lieten zich echter in met verlichte ideeen die op dat moment in Europa (vooral in ..?) speelden. Filosofen, schrijvers, maar ook steeds meer gewone mensen dachten na over de vraag hoe de macht verdeeld moest worden. 

Trias Politica? 

Slide 10 - Slide

Theorie

De kolonisten wilden deze belasting prima betalen. Maar dan wilden ze wel vertegenwoordiging in de regering. Dat iemand opkwam voor hun vrijheid, eigendom en zelfbescherming

Opschrijven:
De kolonisten wilden natuurlijke rechten: het recht op vrijheid, eigendom en zelfbescherming. 

Slide 11 - Slide

De Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog brak hierop uit. (No taxation without respresentation..?) 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Theorie

Na de oorlog ging men verder denken over de natuurlijke rechten van de mens. Zo kwamen mensen in verzet tegen slavernij. Mensen spraken zich uit tegen het onder dwang laten werken van medemensen, de slechte behandeling van de slaven en de familie die uit elkaar werden getrokken. 

Ook werd in Europa bekend dat slaven werden verkracht om maar aan nieuwe slaven te komen. 

Slide 15 - Slide

Opschrijven:
Abolitionisten: beweging waarvan de aanhangers streden voor afschaffing van de slavernij (1807 & 1833)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Aan de slag

Zie SOM voor het huiswerk:
1. Maken toetsvoorbereiding 1.1
2. Bestuderen 1.1 en kies 4 opdrachten uit
1, 2, 5, 8, 9, 10, 11, 12 en 14. 

Slide 20 - Slide

Leerdoelen nabespreken

1. Je kunt het verschil tussen het noorden en zuiden van Noord Amerika noemen.

2. Je kunt uitleggen welke en hoe Europese verlichte ideeen populair werden in Noord Amerika.

Slide 21 - Slide