This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Self-Regulation
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
De paardensprong
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal.
Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Tot slot leg je uit wat het woord betekent in de context van zelfregulatie.
N
I
C
T
G
E
I
O
Slide 6 - Drag question
⏎
Zelfregulerend-leren-aanleren-domino! Er zijn drie fasen: Plannen, monitoren en evalueren! Welke stenen horen bij welke fase? Zet ze in de goede volgorde!
1
2
3
Slide 7 - Drag question
Strategieën voor
zelfgestuurd leren
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Wat is de belangrijkste component van de meta-methode?
A
Cognitieve analyse
B
De meta-kaart
C
Feedback moment
D
Mindmap
Slide 10 - Quiz
Zelfregulerend leren is...
A
een actief, doelgericht proces
B
leren gemotiveerd te blijven
C
zelfgestuurd leren
D
weten wat ze moeten doen om te kunnen leren
Slide 11 - Quiz
Kennis:
Vaardigheden:
verklarend
procedureel
conditioneel
monitoren
controleren
Slide 12 - Drag question
Think of these two questions
1. Welke sprongen in zelfregulatievaardigheden worden er gemaakt?
2. Hoe hebben deze te maken met de ontwikkeling van de leerlingen?
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
1. Welke sprongen in zelfregulatievaardigheden worden er gemaakt? 2. Hoe hebben deze te maken met de ontwikkeling van de leerlingen?
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
How would you rate this activity? (5 = best rating)