This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Met wie vind je een gesprek voeren het meest lastig?
A
Verwanten
B
Clienten
C
Collega's
D
Andere professionals
Slide 2 - Quiz
Wat is het doel van een moeilijk gesprek?
Slide 3 - Mind map
MOEILIJKE ONDERWERPEN
Slide 4 - Mind map
Ik ga moeilijke gesprekken gemakkelijk aan
😒🙁😐🙂😃
Slide 5 - Poll
Dingen die je liever vermijdt
Slide 6 - Mind map
Wat je vaak ziet in moeilijke gesprekken:
sorry
uitzonderingen
alleen staan in je boodschap
iets anders zeggen dan dat je doet
Slide 7 - Slide
Ja sorry
Maar...
Vervangen door: Ik wil je nog eens uitleggen... Om het toch maar duidelijk te maken... Zodat we dezelfde taal spreken... Wacht even, ik hoor dit maar ik bedoel dat.
Slide 8 - Slide
Uitzonderingen
Zijn ECHT uitzonderingen
Je kunt de ene situatie niet vergelijken met de andere. Je gesprekspartner kan dat ook niet.
Slide 9 - Slide
Back up
Als je met het team een lijn hebt bepaald is het makkelijker om die vast te houden.
Slide 10 - Slide
Verantwoordelijkheid nemen
Als jij degene bent die het gesprek voert... OWN IT!
Slide 11 - Slide
Gesprekstechnieken?
Slide 12 - Mind map
To Do
Als het ernstig is of grote gevolgen heeft vertel dan van te voren waarover het gaat.
Geef de ander gelegenheid om voor te bereiden.
Kom snel ter zake, draai niet om de hete brei heen. Geen formaliteiten zoals koffie? hoe gaat het?
LSD Toon empathie, vraag door en waar mogelijk kun je dingen in een ander perspectief plaatsen
Duidelijk zijn, is iets anders dan streng!
Slide 13 - Slide
Tips in gesprekstechnieken
Weet wat je wilt zeggen. Bereid je voor door voorbeelden te verzamelen, de regels er op na te slaan of door andere data te verzamelen.
Zorg dat het gesprek niet om jouw mening gaat. (ook niet om de mening van je gesprekspartner
Blijf in contact. Je hoeft nooit zo stellig te zijn dat er geen gesprek meer kan plaatsvinden.
Parafraseren en doorvragen is hier erg behulpzaam
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Waarom is het belangrijk dat je parafraseert en doorvraagt?
A
dan weet je zeker dat jij het gesnapt hebt
B
dan heeft de ander t gevoel dat je goed begrepen zijn
C
dan heb jij het volgens de regels gedaan
D
zo weet je dat er geen dingen onbesproken zijn gebleven
Slide 16 - Quiz
Eigen situatie
Slide 17 - Open question
Waarmee ga jij nu aan de slag?
A
De afspraken goed bespreken en draagvlak creëren
B
Voor mezelf voorbeelden en argumenten verzamelen
C
Oefenen in contact houden en parafraseren
D
Daadkracht oefenen, stoppen met uitzonderingen maken en vergelijken