De Industriële Revolutie in Engeland en Nederland

De Industriële Revolutie in Engeland en Nederland

Leerdoel

Aan het einde van de les ben je in staat om de verschillen tussen de Industriële Revolutie in Engeland en Nederland te begrijpen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet jij al over de Industriële Revolutie?

Wat is de Industriële Revolutie?

Tijdens de Industriële Revolutie vond er een overgang plaats van handmatige productie naar machines en fabrieken.

Leg kort uit wat de Industriële Revolutie inhoudt.

Engeland vs. Nederland

Engeland was het eerste land dat de Industriële Revolutie doormaakte en had een voorsprong op Nederland.

Benadruk het verschil in tijd en de voorsprong van Engeland.

Waarom Engeland?

Engeland had toegang tot veel grondstoffen en had een stabiele politieke situatie.

Leg uit waarom Engeland een gunstige positie had voor de Industriële Revolutie.

Primaire bronnen

Laat afbeeldingen zien van oude fabrieken uit Engeland en Nederland.

Toon afbeeldingen van oude fabrieken uit Engeland en Nederland om de leerlingen een visueel beeld te geven.

Verschillen

De Industriële Revolutie in Engeland was groter, sneller en had meer impact dan in Nederland.

Geef een samenvatting van de belangrijkste verschillen tussen de Industriële Revolutie in Engeland en Nederland.

Plaatjes

Laat afbeeldingen zien van producten die in de Industriële Revolutie werden geproduceerd.

Toon afbeeldingen van producten die werden geproduceerd tijdens de Industriële Revolutie om een idee te geven van de impact ervan.

Conclusie

Engeland had een voorsprong op Nederland tijdens de Industriële Revolutie, maar Nederland heeft uiteindelijk ook geprofiteerd van de ontwikkelingen.

Maak een korte samenvatting en benadruk dat Nederland uiteindelijk ook heeft geprofiteerd van de Industriële Revolutie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.