Energie en verbrandingsreacties (H5.1, V3, Chemie)

Tanken in 2030
§5.1 Energie en energie-effecten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tanken in 2030
§5.1 Energie en energie-effecten

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Energiesoorten
  • Exo- en endotherm
  • Energiediagram
  • Soortelijke warmte

Slide 2 - Slide

Energiesoorten
Chemische energie
Warmte
Bewegingsenergie

Slide 3 - Slide

Chemische energie
  • Opgeslagen in moleculen
  • Verbranden is een mogelijkheid om chemische energie vrij te laten komen

Slide 4 - Slide

Rendement
Percentage energie die nuttig wordt gebruikt.

Rendement=totalehoeveelheidenergienuttigehoeveelheidenergie100%

Slide 5 - Slide

Figuur 5.1 (blz 96)

Slide 6 - Slide


Hoeveel procent van de gebruikte energie wordt niet gebruikt voor beweging?
A
17%
B
19%
C
81%
D
100%

Slide 7 - Quiz

Energie-effect
  • Bij een reactie kan warmte vrijkomen: exotherme reactie
  • Bij een reactie kan warmte opgenomen worden: endotherme reactie
  • Energie-effect van een reactie is het verschil tussen de chemische energie van de beginstoffen en de chemische energie van de reactieproducten. 

Slide 8 - Slide

Energie-diagram
  • Grafische weergave van het energie-effect
  • Energie (in KJ) op y-as
  • Kan dus omhoog (endotherm) of omlaag (exotherm) gaan!
  • Geeft chemische energie van beginstoffen en reactieproducten aan, in twee horizontale lijnen.
  • Pijl tussen de energieniveaus is het energie-effect

Slide 9 - Slide

Energiediagrammen
KJ
KJ

Slide 10 - Slide

De hoeveelheid warmte die nodig is om het water te verwarmen is afhankelijk van (kies het beste antwoord)
A
de hoeveelheid water
B
de begintemperatuur
C
de eindtemperatuur
D
de hoeveelheid water en de temperatuurstijging

Slide 11 - Quiz

Rekenen met energieomzettingen
  • zelf berekenen of reactie endotherm of exotherm is
  • stofeigenschap "soortelijke warmte" nodig
  • soortelijke warmte = hoeveelheid energie (in J) die nodig is om 1,0 g stof 1,0 C te verwarmen. 
  • formule Q = c*m*deltaT

Slide 12 - Slide

  • formule Q = c*m*deltaT
  • Q: warmte, in Joule (J)
  • c: soortelijke warmte, in Joule per gram per Kelvin (J/(g*K))
  • deltaT: temperatuurverschil in Kelvin (K)
Q=cmΔT

Slide 13 - Slide

C = SOORTELIJKE WARMTE

Slide 14 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig om 20 g water te laten koken wat een begintemperatuur heeft van 20 graden Celsius en een soortelijke warmte van 4,2 J/(g.°C)

Slide 15 - Open question

Deze les & huiswerk
Energiesoorten
Energiediagrammen: exotherm en endotherm
Soortelijke warmte

Lees en leer §5.1
Maak opgaven 2 t/m 5

Slide 16 - Slide