Wonen en huishouden

Werken in zelfredzaamheid in huis 
Deel B
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

Items in this lesson

Werken in zelfredzaamheid in huis 
Deel B

Slide 1 - Slide

Na veel oefenen kan Thomas nu zijn eigen veters strikken.
Wat is verbeterd nu Thomas zijn veters kan strikken?
Er zijn TWEE antwoorden goed.
A
zijn grove motoriek
B
zijn afhankelijkheid
C
zijn fijne motoriek
D
zijn zelfredzaamheid

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Video

Wat zijn micro-organismen?

Slide 4 - Open question

Schoonmaakmiddelen 




Onderhoudsmiddelen: een extra beschermlaag aanbrengen 

Reinigingsmiddel: aangekleefd vuil losmaken 

Desinfecteermiddelen:  

Slide 5 - Slide

functie van reinigingsmiddelen

A
aangekleefd vuil losmaken
B
micro-organismen doden
C
een extra beschermlaag aanbrengen

Slide 6 - Quiz

Waar gaan micro-organismen van dood?
A
desinfectiemiddel
B
chloor
C
ajax
D
Glassex

Slide 7 - Quiz

Wassymbolen

Slide 8 - Slide

Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 9 - Drag question

Wat staat er op het samenstellingsetiket?
A
hoe je de was moet wassen
B
Waar het textiel van is gemaakt
C
de wasvoorschriften
D
wassymbolen

Slide 10 - Quiz

Wat betekenen deze wassymbolen?
A
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = heet strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag in de droger
B
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = warm strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag in de droger
C
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = lauw strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag niet in de droger
D
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = warm strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag niet in de droger

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Welke klachten ervaar je bij reuma
A
Ontstekingen in spieren en zweten
B
Minder goed kunnen horen
C
Ontstekingen in gewrichten en pijnlijke gewrichten
D
Misselijkheid en slapeloosheid

Slide 13 - Quiz

Gevaarsymbolen 

Slide 14 - Slide

Opdracht
1. Maak de zinnen af.....
2. Sleep de gevaarsymbolen bij de juiste betekenis



timer
15:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Stappen was sorteren 
1. Controleer het wasgoed 
2. Verdeel het wasgoed in vier groepen
3. Maak wasstapels (op temperatuur, kleur)
4. Stop het in de wasmachine en kies het juiste programma 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

wat weet je nog van de schijf van vijf?

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Video

Wat hoort waar in de schijf van vijf?

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Video

Welk brood kun je het beste eten

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

Na veel oefenen kan Thomas nu zijn eigen veters strikken.
Wat is verbeterd nu Thomas zijn veters kan strikken?
Er zijn TWEE antwoorden goed.
A
zijn grove motoriek
B
zijn afhankelijkheid
C
zijn fijne motoriek
D
zijn zelfredzaamheid

Slide 25 - Quiz

Schoonmaakmiddelen 




Onderhoudsmiddelen: een extra beschermlaag aanbrengen 

Reinigingsmiddel: aangekleefd vuil losmaken 

Desinfecteermiddelen:  

Slide 26 - Slide

functie van reinigingsmiddelen

A
aangekleefd vuil losmaken
B
micro-organismen doden
C
een extra beschermlaag aanbrengen

Slide 27 - Quiz

Waar gaan micro-organismen van dood?
A
desinfectiemiddel
B
chloor
C
ajax
D
Glassex

Slide 28 - Quiz

Wassymbolen

Slide 29 - Slide

Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 30 - Drag question

Wat staat er op het samenstellingsetiket?
A
hoe je de was moet wassen
B
Waar het textiel van is gemaakt
C
de wasvoorschriften
D
wassymbolen

Slide 31 - Quiz

Wat betekenen deze wassymbolen?
A
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = heet strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag in de droger
B
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = warm strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag in de droger
C
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = lauw strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag niet in de droger
D
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = warm strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag niet in de droger

Slide 32 - Quiz

Gevaarsymbolen 

Slide 33 - Slide

Opdracht
1. Maak de zinnen af.....
2. Sleep de gevaarsymbolen bij de juiste betekenis



timer
15:00

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Stappen was sorteren 
1. Controleer het wasgoed 
2. Verdeel het wasgoed in vier groepen
3. Maak wasstapels (op temperatuur, kleur)
4. Stop het in de wasmachine en kies het juiste programma 

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Welk brood kun je het beste eten

Slide 39 - Open question