Het kerstverhaal

• Mentorles
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Het kerstverhaal

00:07

Hoe heet de engel?

1. Maria
2. Gabriel
3. babybel
4. Jabriel

00:28

Wat vertelde de engel aan Maria?

00:40

Wat betekent Jezus?

1. koning
2. zoon
3. redder
4. baby

00:55

Wie ging Maria helpen?

01:42

Wat had de keizer gezegd?

01:53

Waar vertrokken Maria en Jozef naar?

1. Jerusalem
2. Haarlem
3. Rotterdam
4. Bethlehem

02:04

Waar konden ze overnachten?

02:21

Waar werd Jezus ingelegd en mee ingewikkeld?

1. voerbak en deken
2. hooi en doeken
3. hooi en deken
4. voerbak en doeken

03:14

Wat mochten de herders doen?

1. Jezus bezoeken
2. met Jezus spelen
3. Jezus in doeken wikkelen
4. Jezus in een droom bezoeken

03:43

Wat deden de herders gelijk?

04:06

Hoeveel wijze mannen waren er gekomen?

1. 3 mannen
2. 4 mannen
3. Dat is onbekend
4. 300 mannen

04:15

Wie woonde er in het paleis?

1. Keizer Augustus
2. Koning Augustus
3. Koning Herodus
4. Keizer Herodus

04:29

Wat wou de koning doen met Jezus?

1. Hem knuffelen
2. Hem doden
3. Hem vermoorden
4. Hem bezoeken

04:37

Wat hadden de wijze mannen gezien?

1. een engel
2. een ster
3. de maan
4. een bijzondere ster

05:11

Wat moesten de wijze mannen van de keizer doen, nadat ze naar Jezus waren geweest.

1. teruggaan naar Herodus
2. vermoorden
3. niets
4. NIET teruggaan

05:29

Wat gaven de wijzen mannen?

1. goud, gierrook en mirre
2. goud, wierrook en wirre
3. goud, gierrook en wirre
4. goud, wierrook en mirre

05:44

Wat vertelde de engel in de droom
aan de wijze mannen?

06:01

Wat werd er tegen Jozef
verteld in de droom?

1. Dat ze moesten vluchten naar Bethlehem
2. dat ze moesten blijven
3. Dat ze moesten vluchten naar Egypte
4. Dat ze moesten vluchten naar Herodus

06:10

Waar kan je dit verhaal
in lezen?

Kende je dit verhaal al?

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje