Meten

Quiz volume
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Quiz volume

Slide 1 - Slide

Voor volume worden verschillende eenheden gebruikt. 1 mL is gelijk aan:
A
1 mm3
B
1 cm3
C
1 dm3
D
1 m3

Slide 2 - Quiz

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 3 - Quiz

massa is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 4 - Quiz

Wat is de grootheid die bij uur hoort?
A
Lengte
B
Tijd
C
Massa
D
Hoelang

Slide 5 - Quiz

Welke grootheid wordt bij Kubieke meter?
A
Massa
B
Gewicht
C
Volume
D
Tijd

Slide 6 - Quiz

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel gram is 3,5 kg
A
35
B
350
C
3500
D
35000

Slide 7 - Quiz

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel kiloWatt (kW) is 600 W
A
6000
B
0,006
C
0,6
D
6

Slide 8 - Quiz

Welk glaswerk zien we hier?
A
Bekerglas
B
Erlenmeyer
C
Reageerbuis
D
Maatcilinder

Slide 9 - Quiz

Hoe bereken je de dichtheid van een stof?
A
dichtheid = volume/massa
B
dichtheid = massa /volume
C
dichtheid = massa x volume
D
dichtheid = volume x massa

Slide 10 - Quiz


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 11 - Quiz

Wat is zwaarder 1kg veren of 1kg lood?
A
Veren
B
Lood
C
Even zwaar
D
Weet niet

Slide 12 - Quiz

Hoeveelheid vloeistof is in ml.
Hoe hoog is het level in de linker maatbeker
A
10 ml
B
13,33 ml
C
26,67 ml
D
20 ml

Slide 13 - Quiz

Hoeveelheid vloeistof is in ml.
Hoe hoog is het level in de rechter maatbeker
A
15 ml
B
13,33 ml
C
23,33 ml
D
25 ml

Slide 14 - Quiz

Hoeveelheid vloeistof is in ml.
Hoe hoog is het level verschil tussen de linker en rechter maatbeker
A
10 ml
B
13,33 ml
C
26,67 ml
D
20 ml

Slide 15 - Quiz

Hoeveel centimeter is gelijk aan 1 meter?
A
150 centimeter
B
75 centimeter
C
100 centimeter
D
50 centimeter

Slide 16 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van oppervlakte van een rechthoek?
A
2 x (lengte + breedte)
B
lengte / breedte
C
lengte + breedte
D
lengte x breedte

Slide 17 - Quiz

Wat is de eenheid voor het meten van volume?
A
gram
B
centimeter
C
meter
D
liter

Slide 18 - Quiz

Hoeveel milliliter is gelijk aan 1 liter?
A
500 milliliter
B
1500 milliliter
C
750 milliliter
D
1000 milliliter

Slide 19 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van de inhoud van een kubus?
A
zijde / zijde
B
zijde x zijde x zijde
C
3 x zijde
D
zijde + zijde + zijde

Slide 20 - Quiz

bij het omrekenen met volume maten moet je per stap..
A
delen door 100
B
delen door 1000
C
delen of vermenigvuldigen met 100
D
delen of vermenigvuldigen met 1000

Slide 21 - Quiz

Omrekenen:
1 000 liter =
A
1 m3
B
1 dm3
C
10 dm3
D
10 m3

Slide 22 - Quiz

Omrekenen
800 dm3= ... liter
A
0,8
B
800
C
8
D
80

Slide 23 - Quiz

maten omrekenen

1 liter = ........ milliliter
timer
2:00
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 24 - Quiz

Hoeveel gram is 1,6 ton
A
160 gram
B
16000 gram
C
1600 gram
D
1600000 gram

Slide 25 - Quiz

Hoeveel kg is 456 gram?
A
4,56 kg
B
456 kg
C
45,6 kg
D
0,456 kg

Slide 26 - Quiz


Naar welke lengtemaat moet je de maten van de balk uit het voorbeeld omrekenen om de inhoud in liter te berekenen?
A
mm
B
cm
C
dm
D
m

Slide 27 - Quiz

Massa omrekenen
Kies de goede volgorde van de eenheden van massa.
A
g - kg - mg - t
B
mg - g - kg - t
C
kg - t - mg - g
D
t - kg - mg - g

Slide 28 - Quiz

bij het omrekenen met volume maten moet je per stap..
A
delen door 100
B
delen door 1000
C
delen of vermenigvuldigen met 100
D
delen of vermenigvuldigen met 1000

Slide 29 - Quiz

Omrekenen:
1 000 liter =
A
1 m3
B
1 dm3
C
10 dm3
D
10 m3

Slide 30 - Quiz

Omrekenen
800 dm3= ... liter
A
0,8
B
800
C
8
D
80

Slide 31 - Quiz

maten omrekenen

1 liter = ........ milliliter
timer
2:00
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 32 - Quiz

Hoeveel gram is 1,6 ton
A
160 gram
B
16000 gram
C
1600 gram
D
1600000 gram

Slide 33 - Quiz

Hoeveel kg is 456 gram?
A
4,56 kg
B
456 kg
C
45,6 kg
D
0,456 kg

Slide 34 - Quiz


Naar welke lengtemaat moet je de maten van de balk uit het voorbeeld omrekenen om de inhoud in liter te berekenen?
A
mm
B
cm
C
dm
D
m

Slide 35 - Quiz

Bereken het volume van blokje A (let op omrekenen!)

Slide 36 - Open question

Bereken het volume van blokje D (let op omrekenen!)

Slide 37 - Open question