révision verbes, les saisons, les mois

révision verbes, les saisons, les mois
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolSpeciaal OnderwijshavoLeerroute HLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

révision verbes, les saisons, les mois

Slide 1 - Slide

wat is in het Frans 'het voorjaar?
A
l'hiver
B
le spring
C
l'automne
D
le printemps

Slide 2 - Quiz

wat zijn de zomermaanden in het Frans?

Slide 3 - Open question

vertrekken
A
sortir
B
être
C
partir
D
pouvoir

Slide 4 - Quiz

geef het rijtje van het werkwoord
'kunnen/mogen' in het Frans

Slide 5 - Open question

het bos
A
la chaleur
B
la forêt
C
le dauphin
D
le sentier

Slide 6 - Quiz

vul het rijtje aan:
le nord, l'est, le sud ....

Slide 7 - Open question

geef een voorbeeld van een werkwoord dat eindigt op -RE

Slide 8 - Open question

jullie zijn
A
vous être
B
vous êtez
C
vous êtes
D
vous êttes

Slide 9 - Quiz

geef het rijtje van het werkwoord
'zetten/leggen'

Slide 10 - Open question

reizen
A
voyager
B
travailler

Slide 11 - Quiz

wat is 'ik reis' in het Frans?

Slide 12 - Open question

wat betekent:
'Je n' aime pas voyager
A
ik heb een hekel aan reizen
B
ik houd van reizen.
C
ik houd niet van reizen

Slide 13 - Quiz