K3D les 15-5-2023 Herhalen vocab ch5+6

Startklaar
Ik heb mijn boeken en laptop bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak
Ik eet en drink niet in de klas


1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startklaar
Ik heb mijn boeken en laptop bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak
Ik eet en drink niet in de klas


Slide 1 - Slide

Today's goals
- herhalen vocabulary chapter 5 + 6

Slide 2 - Slide

uitleg
Can you give me an ..... for your result?
A
word
B
explanation
C
explenetion
D
reply

Slide 3 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: drought
A
stroming
B
dreigen
C
gedrag
D
droogte

Slide 4 - Quiz

Schrijf in het Engels: eiland
They live on an .... in the sea

Slide 5 - Open question

Schrijf in het Engels: uitgestrekt
This country has ..... fields

Slide 6 - Open question

Vertaal naar het Engels: geschikt
You are .... for the job
A
okay
B
suited
C
suitable
D
ready

Slide 7 - Quiz

Schrijf in het Engels: overtuigen
He really tried to .... the teacher

Slide 8 - Open question

Vertaal naar het Nederlands: outback
A
buitenland
B
terugkomen
C
beneden
D
binnenland

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: outdoor

Slide 10 - Open question

Vertaal naar het Engels: tegenstander

Slide 11 - Open question

Vertaal naar het Nederlands: exchange
They exchanged telephone numbers
A
uitkering
B
uitslapen
C
uitgaan
D
uitwisseling

Slide 12 - Quiz

Schrijf in het Engels: levend wezen
The .... looked like an alien

Slide 13 - Open question

Vertaal naar het Engels: ontspannen
I went to Greece to .... a little.
A
unspanned
B
relay
C
flex
D
relax

Slide 14 - Quiz

Schrijf in het Engels: blijkbaar
..... you cannot write your own name

Slide 15 - Open question

Vertaal naar het Engels: zich vestigen
We are going to .... in China
A
sattle
B
settle
C
saddle
D
setle

Slide 16 - Quiz

Schrijf in het Engels: slippers

Slide 17 - Open question

Vertaal naar het Nederlands: drag
(the show dragged on and on and on..., sooo boring)
A
dragen
B
draak
C
slopen
D
slepen

Slide 18 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: aim
(the aim is to finish my homework by 5pm)
A
amen
B
doel
C
ay man!
D
heengaan

Slide 19 - Quiz

Schrijf in het Engels: deelnemen
(you have to p..... with PE)

Slide 20 - Open question

Schrijf in het Engels: buurt
(the n....... has really improved a lot)

Slide 21 - Open question

Vertaal naar het Engels: omstandigheden (I cannot work under these c.....)
A
controls
B
customers
C
considerations
D
conditions

Slide 22 - Quiz

Vertaal naar het Engels: overmorgen (not tomorrow, but the d... a... t....)
A
day after today
B
day after tomorrow
C
day against today
D
day across tomorrow

Slide 23 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: established (this shop was established in 1900!)
A
gemaakt
B
gestopt
C
gevestigd
D
gevonden

Slide 24 - Quiz

Schrijf in het Engels: lente (s... is in the air)

Slide 25 - Open question

Schrijf in het Engels: verkoop (this house is not for s....)

Slide 26 - Open question

Vertaal naar het Engels: rijk (this man is very w.....)
A
witty
B
willy
C
wrong
D
wealthy

Slide 27 - Quiz

Vertaal naar het Engels: ziekte (the d.... spread all over the world)
A
desease
B
deiseise
C
deasease
D
disease

Slide 28 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: assignment (the teacher gave us a difficult assignment)
A
opdracht
B
toets
C
actie
D
pen

Slide 29 - Quiz

Vertaal naar het Engels: misbruik (she was arrested after the a... of her child)
A
attention
B
action
C
abuse
D
arrival

Slide 30 - Quiz