LEZEN / les 2 / H1.2 / Doel en publiek

Lezen 2

Tekstdoelen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen 2

Tekstdoelen

Slide 1 - Slide

Vooraf:

  • Elke presentatie in Lessonup hoort bij een stukje lesstof uit NU Nederlands. 
  • Op de laatste slide van de presentatie vind je de bijbehorende opdrachten uit Nu Nederlands. 
  • Die opdrachten maak je in de digitale leeromgeving van Nu Nederlands.

Slide 2 - Slide

Deze Lessonup hoort bij:

  • Hoofdstuk 1, paragraaf 1.2 (NU Nederlands) *onderdeel Tekstdoel en hoofdgedachte*

Slide 3 - Slide

  • Hoe vind je het onderwerp in een tekst?
  • Hoe vind je de hoofdgedachte?
Vorige
Keer :

Slide 4 - Slide

Wat leer je vandaag ?

Na deze les kun je het doel van een tekst benoemen.

Slide 5 - Slide

Belangrijkste tekstdoelen:

  • Informeren
  • Instrueren
  • Overtuigen
  • Overhalen
  • Mening vormen
  • Amuseren

Slide 6 - Slide

Tekstdoelen
Uitleg Tekstdoelen:

  • Informeren : de schrijver geeft de lezer informatie over een onderwerp.
  • Instrueren : de schrijver legt de lezer uit hoe hij iets moet doen of gebruiken.
  • Overtuigen : de schrijver wil dat de lezer het met hem eens is (mening beïnvloeden!)
  • Overhalen :  de schrijver wil dat de lezer iets gaat doen (activeren)
  • Mening vormen : de schrijver laat je nadenken over de tekst.
  • Amuseren : de schrijver wil je vermaken. 

Slide 7 - Slide

Voorbeelden tekstdoelen:

  • informeren (nieuws, voorlichting, geboortekaartje)
  • instrueren (recept, handleiding)
  • overtuigen (politieke folder, ingezonden brief)
  • overhalen (reclamefolder, advertentie, uitnodiging)
  • mening vormen (discussie, beschouwing) 
  • amuseren (strip, boek - fictie)

Slide 8 - Slide

Advertentie op Marktplaats
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 9 - Quiz

Nieuwsbericht over corona.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 10 - Quiz

Oproep om te gaan demonstreren tegen coronamaatregelen
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 11 - Quiz

Je schrijft een brief aan de gemeente over de verkeersoverlast in jouw straat.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 12 - Quiz

Voor welk publiek zijn de volgende teksten bedoeld? 

  • Recept voor vegetarische maaltijd
  • Instructie studentenreisproduct
  • Folder informatie reisvaccinatie
  • Bijsluiter paracetamol

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Voor welk publiek zijn de volgende teksten bedoeld? 

  • Recept voor vegetarische maaltijd > vegetariërs?
  • Instructie studentenreisproduct > reizende student?
  • Folder informatie reisvaccinatie > reizigers?
  • Bijsluiter paracetamol > mensen met griepklachten?

Slide 15 - Slide

Controle voor jezelf:

  • Je kunt het tekstdoel benoemen?
  • Je kunt zeggen voor welk publiek een tekst bedoeld is?

Slide 16 - Slide

De opdrachten:

  • Als je alles hebt begrepen ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Paragraaf 1.2 - Doel en hoofdgedachte
  • opdracht 1 t/m 4 



Slide 17 - Slide