Opbouw e-mail

Opbouw e-mail
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Opbouw e-mail

Slide 1 - Slide

Opbouw e-mail
Een zakelijke e-mail noem je ook wel een formele e-mail. Een zakelijke e-mail schrijf je als je informatie geeft, een vraag stelt of een klacht indient. Een zakelijke e-mail is belangrijk, dus maak altijd een schrijfplan voor je echt gaan mailen.
Een zakelijke e-mail schrijf je aan een bedrijf of organisatie, bijvoorbeeld aan een school of aan een gemeente. Je kent de mensen aan wie je schrijft niet, dus gebruik je altijd 'u'. Het is ook niet zo netjes om je e-mail met 'ik' te beginnen: het lijkt dan of je jezelf het belangrijkst vindt.

Slide 2 - Slide

Opbouw e-mail
Net als veel andere teksten bestaat een zakelijke e-mail uit drie delen: 
de inleiding, de kern en het slot. 
- In de inleiding stel je jezelf voor en vertel je kort het onderwerp of het doel van je brief.
- In de kern schrijf je daarna je vraag, geef je het antwoord of vertel je wat je klacht is.
- In het slot bedank je de lezer en zeg je precies wat je wilt. Wil je binnen twee weken een informatiepakket ontvangen? Of wil je je geld terug? Beschrijf dit duidelijk, zodat er geen misverstanden ontstaan.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Inleiding
Vertel waarom je de mail schrijft
Vertel wie je bent

Slide 5 - Slide

Middenstuk
Je stelt een vraag
Geef je antwoord op een mail
Vertel je wat je klacht is
Vertel je alles wat iemand moet weten

Slide 6 - Slide

Slot
In het slot bedank je de lezer en zeg je precies wat je wilt. Wil je binnen twee weken een informatiepakket ontvangen? Of wil je je geld terug? Beschrijf dit duidelijk, zodat er geen misverstanden ontstaan.

Slide 7 - Slide

Onderwerp-regel 
Maximaal vier woorden

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Schrijfplan 

Ik schrijf een e-mail aan: 
Wat voor soort tekst ga ik schrijven?
Wat wil ik bereiken met mijn tekst? Wat is het hoofddoel van mijn tekst?

Slide 10 - Slide

Schrijfplan 

Welke aanspreekvorm ga ik gebruiken? Kies ik voor u en uw of voor jij en jouw?
Wat is de hoofdgedachte van mijn tekst?
Wat schrijf je als onderwerp boven de e-mail?



Slide 11 - Slide

Schrijfplan 

Schrijf in steekwoorden op wat je in de inleiding gaat schrijven.
Schrijf in steekwoorden op wat je in de kern gaat schrijven.

Schrijf in steekwoorden op wat je in het slot gaat schrijven.
Welke slotgroet gebruik ik?

Slide 12 - Slide