Misschien nog iets mee doen of voor herhaling bewaren

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

H20

Iedereen zou moeten stoppen met roken, want roken kost veel geld en het is belangrijk om geld te besparen.

1. enkelvoudig
2. onderschikkend
3. nevenschikkend afhankelijk
4. nevenschikkend onafhankelijk

Regelmatige lichaamsbeweging verbetert de werking van het hart. Het is belangrijk om elke dag minstens 30 minuten te bewegen.

1. enkelvoudig
2. onderschikkend
3. nevenschikkend afhankelijk
4. nevenschikkend onafhankelijk

Het openbaar vervoer draagt bij aan een duurzamere samenleving, omdat het minder milieubelastend dan met de auto gaan. De overheid moet dus meer investeren in openbaar vervoer.

1. enkelvoudig
2. onderschikkend
3. nevenschikkend afhankelijk
4. nevenschikkend onafhankelijk

Het is belangrijk om een fietshelm te dragen. Een fietshelm vermindert de kans op ernstig hoofdletsel bij een ongeval en vergroot het gevoel van veiligheid

1. enkelvoudig
2. onderschikkend
3. nevenschikkend afhankelijk
4. nevenschikkend onafhankelijk

Het Johan de Witt is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.

1. enkelvoudige argumentatie
2. nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
3. onderschikkende argumentatie
4. nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Het Johan de Witt is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.

1. enkelvoudige argumentatie
2. nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
3. onderschikkende argumentatie
4. nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Het Johan de Witt is voor leerlingen van alle leeftijden een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.

1. enkelvoudige argumentatie
2. nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
3. onderschikkende argumentatie
4. nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Welkom klas!

Schrijf in stilte nevenschikkend onafhankelijke argumentatie op bij het volgende standpunt:

De kerstvakantie mag best een week langer duren. 

Lesdoel: Je kunt de argumentatiestructuur benoemen.

 

Schrijf in stilte op:

Welke structuren zijn er?

Leg per structuur uit hoe je de structuur herkent. 

Troublespeech

• Inleiding: publiek toespreken, jezelf voorstellen, korte situatiebeschrijving
  
• Kern: situatie verder toelichten en verzachten/schuld buiten jezelf leggen, iets positiefs van de situatie maken
• Slot: samenvatting/conclusie, publiek bedanken

Troublespeech

Beoordeling:

• Inhoud en opbouw
• Presentatie
• Reactie op vragen
• Vragen stellen aan anderen

Uitvoering:

• In groepjes van zo'n zes leerlingen
• Met twee docenten
• Tussen 28 maart en 5 april

• Pak je eigen leesboek erbij. 
• Kun je al een 'trouble' vinden (een keuze die verkeerd uitpakte). 
• Schrijf in steekwoorden op wat het probleem is en wat goede argumenten zijn om jezelf te verdedigen. 

Maak opdracht 6, 7 en 8 (blz. 98). 

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Werk in Numo aan een leerplan. 

H19

Overtuigen

Tegenargument: een uitspraak die laat zien waarom een standpunt onjuist of minder aanvaardbaar is.

• Waarom zou je zelf een tegenargument geven als jij voor een bepaald standpunt bent? 
• Om de tegenpartij al een tegenargument weg te nemen / voor te zijn.

Overtuigen

Tegenargument: een uitspraak die laat zien waarom een standpunt onjuist of minder aanvaardbaar is.

Weerlegging: hiermee ontkracht je een argument. Je laat zien dat het argument onjuist of onaanvaardbaar is. 

Je gaat tegen het tegenargument in.

Kun je je verzonnen argument van net weerleggen?

Tot hier gekomen. Eigenlijk de antwoorden hierbij nog niet goed besproken.

Polderen

Waarom is dit ontstaan? 

• Door gemeenschappelijke belangen:
  strijd tegen water van alle mensen in de omgeving. 

Letterlijk: een nat stuk land droog maken en water afvoeren.

Polderen

Figuurlijk:

• Met elkaar praten 

totdat er een oplossing is.

• Iedereen moet het eens zijn met elkaar.

Voorbeeld: de Nederlandse politiek.

- Dit kan heel lang duren! (soms maanden of een jaar)

Leerdoelen - H19 Overtuigen

- Ik weet hoe je kunt beïnvloeden en weet wat een betoog is 

- Ik kan standpunten en argumenten herkennen

- Ik kan feitelijke en waarderende uitspraken herkennen

Geef aan wat het standpunt (SP) is en wat het argument (A) is in:
Je moet snel die tickets kopen, de concerten van Harry Styles zijn namelijk altijd snel uitverkocht.

Vraag 1d

• Standpunt = Je moet snel die tickets kopen.
  
• Argument = De concerten van Harry Styles zijn snel uitverkocht.
  

Geef aan wat het standpunt (SP) is en wat het argument (A) is in:
Je bent verkouden; je kunt maar beter een paracetamol nemen.

Vraag 1e

• Standpunt = Je kunt maar beter een paracetamol nemen.
  
• Argument = Je bent verkouden.
  

Communiceren doe je samen 2

Welkom vwo4

Op tafel:

Map/schrift, pen, oefenboek

• Jas uit en over je stoel.
  
• Telefoon in je tas.
• Tas op de grond.

Communiceren doe je samen 2

Vandaag december:

Leerdoelen

1. R
2. T1
3. T2
4. I

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over iets wat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Troublespeech

• Inleiding: publiek toespreken, jezelf voorstellen, korte situatiebeschrijving
  
• Kern: situatie verder toelichten en verzachten/schuld buiten jezelf leggen, iets positiefs van de situatie maken
• Slot: samenvatting/conclusie, publiek bedanken

Troublespeech

Beoordeling:

• Inhoud en opbouw
• Presentatie
• Reactie op vragen
• Vragen stellen aan anderen

Uitvoering:

• In groepjes van zo'n zes leerlingen
• Met twee docenten
• Tussen 28 maart en 5 april

• Pak je eigen leesboek erbij. 
• Kun je al een 'trouble' vinden (een keuze die verkeerd uitpakte). 
• Schrijf in steekwoorden op wat het probleem is en wat goede argumenten zijn om jezelf te verdedigen. 

vrouwenquotum

raad van commissarissen

beursgenoteerde bedrijven

geslacht

selectieproces

buffelen

topbestuurder

paardenmiddel

sanctioneren

dol

1. Schrijf de woorden op die je nog niet kent. 

2. Schrijf de betekenis of de vertaling achter die woorden. 

Overleg alleen fluisterend.

Klaar?

Lees de tekst op blz. 96. 

Lees de tekst op blz. 96.

Maak opdracht 13 t/m 18.

Overleg alleen fluisterend met diegenen naast je. 

• Op welke manieren kun je invloed uitoefenen? 
• Wat is een betoog is en uit welke elementen bestaat het?