Onregelmatige werkwoorden in verschillende tijden A1-A2-B1

Onregelmatige werkwoorden in verschillende tijden A1-A2-B1
Verschillende tijden:

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Onregelmatige werkwoorden in verschillende tijden A1-A2-B1
Verschillende tijden:

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

A1: We gaan oefenen met vijf belangrijke onregelmatige werkwoorden in verschillende tijden. Deze werkwoorden gebruiken we elke dag:

zijn
hebben
gaan
doen
zien

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

A1: Kies de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

Ik ... vandaag naar school. (gaan)
Hij ... zijn huiswerk altijd goed. (doen)

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

A1: Zet deze zinnen in de verleden tijd.

Ik ben op school. →
Hij heeft een boek. →
Zij ziet haar vrienden. →

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

A1: Zet deze zinnen in de tegenwoordige tijd.

Ik had een hond. →
Wij waren thuis. →
Zij gingen naar de bieb. →

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

A1: Vul de juiste vorm in (let op: gebruik de tijd die tussen haakjes staat).

Ik ... naar de film. (gaan - tt)
Hij ... zijn vriend. (zien - vt)
Wij ... een feest. (hebben - vt)


Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Voltooide tijd
Bij deze tijd gebruik je 'hebben' of 'zijn' + voltooid deelwoord. Let op de speciale vormen:

zijn → geweest
hebben → gehad
gaan → gegaan
doen → gedaan
zien → gezien

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

A2: Schrijf het juiste voltooid deelwoord.

Ik ben daar nooit ... (zijn
Hij heeft het al ... (doen)

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

A2: Zet deze zinnen in de voltooide tijd.

Ik zie mijn oma. →
Hij gaat naar huis. →
Zij heeft een nieuwe fiets. →

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

A2: Kies het juiste hulpwerkwoord (hebben of zijn).

Ik ... naar Parijs gegaan. (heb/ben/had)
Zij ... hem gezien. (is/heeft/had)

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

A2: Maak complete zinnen in de voltooid tegenwoordige tijd.

(zijn) - 1. Ik / gisteren / ziek →
(doen) - 2. Hij / de afwas / al →
(zien) - 3. Wij / de film / nog niet →

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Op B1-niveau gaan we alle tijden combineren én de toekomende tijd toevoegen. 
Je kunt hiervoor 'zullen' of 'gaan' gebruiken. We maken ook langere zinnen met meerdere werkwoorden.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

In welke tijd staat deze zin?

Ik zal volgend jaar naar Nederland gaan.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
voltooide tijd
D
toekomende tijd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

B1: In welke tijd staat deze zin?

Hij is al drie keer in Amsterdam geweest.
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
voltooide tijd
D
toekomende tijd

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

B1: Zet deze zin in alle gevraagde tijden.
"Ik zie mijn vrienden"

Verleden tijd →
Voltooide tijd →
Toekomende tijd →

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

B1: Kies de juiste combinatie van tijden.

Als ik mijn werk ... , ... ik naar huis ...
A
heb gedaan / zal / gaan
B
doe / zal / gaan
C
gedaan / zal / gaan

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

B1: Kies de juiste combinatie van tijden.

Nadat hij in Amsterdam ... , ... hij veel vrienden ...
A
is geweest / heeft / gezien
B
was / heeft / gezien
C
is / heeft / gezien

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

B1: Maak deze zinnen af. Gebruik de tijd die tussen haakjes staat.

(toekomende tijd) - 1. Volgend jaar ... ik in Amsterdam ... (zijn)
(volt.t) - 2. Ik ... het nog nooit ... (doen)
(vt) - 3. Gisteren ... hij zijn vriend voor het eerst. (zien)

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Laagdrempelig
LesssonUp is een platform waarmee een docent laagdrempelig zijn lessen kan maken en verrijken. Met de diverse onderdelen worden de leerlingen geactiveerd en bij de les betrokken. 
Dynamisch
Verander binnen een handomdraai je statische presentatie naar een dynamische, activerende les. 
'Één les, één scherm'
Als docent hoef je niet te schakelen tussen applicaties. Met LessonUp maak in jouw les quizvragen, toon je een video's en ga je probleemloos het gesprek aan m.b.v. een woordweb. Dit alles binnen 1 scherm.
Eenvoudig delen
Jouw lesmateriaal is eenvoudig online te delen met zowel je collega's als je leerlingen.
Inspiratie
Onze online lesbibliotheek en de diverse kanalen bieden kant-en-klare lessen en inspiratie. Geef de hele les of kopieer die slides die je gebruiken wilt en plak ze in jouw les.
Maia, de AI-assistent
Laat Maia in twee minuten een complete, gestructureerde les voor je maken. 
Support
LessonUp biedt werkvormen, templates en lessuggesties aan in het Inspiratiekanaal. Via support worden je vragen door collega's direct beantwoord.
LessonUp biedt...

Slide 19 - Slide

een gebruiksvriendelijke alles-in-één online tool
Zonder moeite interactieve lessen maken en geven
Kant-en-klare lessen gebruiken
Bestaande lessen via PowerPoint eenvoudig importeren
+ 10 interactieve onderdelen om de betrokkenheid van leerlingen te verhogen