Kern 17 en 18

Welkom!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Planning
Stillezen
Weektaak check
Uitleg les 17
Zelfstandig werken les 17
Uitleg les 18
Zelfstandig werken les 18
Weektaak

Slide 2 - Slide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

Boek niet bij je? Op de site van NOS nieuws lezen. 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Weektaak check
Les 9 en 10 af?
Vragen of opmerkingen?

Slide 4 - Slide

Oorzaak - gevolg

Slide 5 - Slide

Doel - middel

Slide 6 - Slide

Tekstdoelen 
  • Een schrijver schrijft een tekst met een reden. 
Deze reden noem je het tekstdoel.

  • Welke verschillende tekstdoelen zijn er?

Slide 7 - Slide

Tekstdoelen:
  • amuseren
  • informeren
  • instructie geven 
  • overtuigen
  • overhalen

Slide 8 - Slide

Tekstdoelen
De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Dit noemen we het tekstdoel.
Het tekstdoel geeft aan wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Zelfstandig werken
Wat?
KERN 17: maak 1 t/m 9
Hulp nodig?
Overleg ZACHTJES met je buurman/buurvrouw.
Lees uitleg op bladzij 38
Tijd?
20 min
Klaar? 
Werkblad, lezen of afmaken weektaak
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Alineaverbanden en signaalwoorden

Slide 12 - Slide

Signaalwoord:reden
geven verband aan tussen woorden, zinnen  of alinea's.  
We hebben al geleerd:  opsomming en tegenstelling...

Nu leren we het signaalwoord van reden:

daarom, immers, namelijk, omdat vanwege, want

Slide 13 - Slide

 Signaalwoorden

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet! 
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.

Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!
En geeft dus een opsomming aan. 

Slide 14 - Slide

Zins- en alineaverbanden
Een verband wordt vaak aangegeven door een signaalwoord, soms zelfs door meerdere signaalwoorden.

BIj elk soort verband horen eigen signaalwoorden.
Dit betekent niet dat elk verband te zien is aan een signaalwoord, er zijn ook verbanden zonder signaalwoorden.

Slide 15 - Slide

Je leert hoe je alineaverbanden kunt gebruiken om een tekst beter te begrijpen

Slide 16 - Slide

Samen maken!

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?
KERN 18: maak 1 t/m 12
Hulp nodig?
Overleg ZACHTJES met je buurman/buurvrouw.
Lees uitleg op bladzij 40
Tijd?
Einde van de les
Klaar? 
Werkblad, lezen of afmaken weektaak
timer
18:00

Slide 18 - Slide