Nederlands - Talent - 3 vmbo- gt - 5.5 Woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Nederlands - Talent

Woorden 5

Leerdoelen

Woorden 5

• Ik kan de betekenis van een woord omschrijven.
• Ik kan bij een omschrijving het juiste woord kiezen.
• Ik kan het juiste woord in een zin zetten.

Leren

• woord  - betekenis
• betekenis - woord
• juiste woord in zin kunnen zetten

Overhoring: woord - betekenis

Meerkeuze

Wat is de betekenis van het woord?
1. de aangelegenheid

1. een feestdag
2. zaak, kwestie
3. een plaats om neer te leggen
4. andere richting of aanpak kiezen

Wat is de betekenis van het woord?
2. aanmeten

1. passen
2. vechten, worstelen
3. aanmoedigen, bijdragen
4. als eerst beginnen aan

Wat is de betekenis van het woord?
3. amper

1. verpakking
2. nauwelijks, bijna of bijna geen
3. mogelijk
4. waarderen

Wat is de betekenis van het woord?
4. gebruikelijk

1. instructie
2. aanwijzing
3. hoe je het wilt doen
4. gewoonlijk, normaal

Wat is de betekenis van het woord?
5. van oudsher

1. heel oud
2. zo lang men zich kan herinneren/vroeger
3. antiek en versleten
4. van erg ver

Wat is de betekenis van het woord?
6. reputatie

1. herhalen
2. naam/eer/beeld dat mensen van iemand hebben
3. repeteren
4. afhakken

Wat is de betekenis van het woord?
7. routine

1. de weg die je moet nemen
2. iets dat je vaker hebt gedaan en het gemakkelijk gaat
3. mogelijk maken
4. moeilijk om te doen

Wat is de betekenis van het woord?
8. worstelen

1. vlees verwerken
2. aanwijzing
3. soort kammen
4. vechten/ last van hebbend

Overhoring: betekenis - woord

Meerkeuze

Je leest de betekenis. 

Jij kiest het woord dat erbij hoort.

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
15. bijna niet

1. amper
2. er baat bij hebben
3. nergens
4. waarderen

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
16 zo lang men zich kan herinneren

1. heb je geweten
2. van antiek
3. geschiedenis
4. van oudsher

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
17 gewoonlijk, normaal gesproken

1. niet gek
2. in gewone taal
3. raar gedrag
4. gebruikelijk

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
18. dat je iets heel snel kunt doen omdat je het vaker hebt gedaan

1. erkenning
2. stimuleren
3. routine
4. hard werken

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
19. een pak bij iemand passen

1. showen
2. aanmeten
3. afknippen
4. opnemen

Welk woord hoort bij de omschrijving .....
20. zaak, kwestie

1. winkel
2. aangelegenheid
3. opvoeding
4. degraderen

Overhoring: welk woord past in de zin?

Meerkeuze

21. Welk woord past in de zin?
Ik kon hem .....verstaan, er was te veel lawaai

1. amper
2. prima
3. steeds
4. normaal

22. Welk woord past in de zin?
Het is bij ons thuis.....om je schoenen in huis uit te doen.

1. verplicht
2. begrijpelijk
3. een keuze
4. gebruikelijk

23. Welk woord past in de zin?
Het was een puinhoop na het..........van de trein

1. stoppen
2. ontsporen
3. missen
4. spuiten

24 Welk woord past in de zin?
Dat doen wij thuis al jaren, zeg maar ...........

1. aanstellerij
2. ja, ....
3. van oudsher
4. normaal

25. Welk woord past in de zin?
Dus als ik thuis komt heb ik mijn schoenen zo uit, dat is .....geworden

1. een probleem
2. moeilijkheid
3. routine
4. keuze

26. Welk woord past in de zin?
Hij wordt beschuldigd van diefstal., dat is niet goed voor zijn......

1. moeder
2. broertje
3. reputatie
4. acceptatie

25. Welk woord past in de zin?
De ............................ in dit portret kloppen niet: het hoofd moet groter en de ogen kleiner.

1. proporties
2. amper
3. percentages
4. permanent

Hoe goed ken je de betekenissen van 1.5 woorden al?
Ik ken ze .....

1. onvoldoende
2. matig
3. ruim voldoende
4. goed

Einde

Bedankt voor  jouw aandacht en bijdrage.

Goed gewerkt!

Maandag PTA woorden 1 t/m 5