2.2 Botten bewegen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2.2 Botten bewegen

Programma

Welkom

Herhaling

Nieuwe stof uitleg : 

 'Uitleg paragraaf 2.2'

Aan de slag/huiswerk

- Maak deze LessonUp

- Maak een start met werkboekopgaven en kijk deze na!

Kahoot

Klassikale afsluiting

Leerdoelen 2.2 Botten bewegen

- Kun je 4 soorten beenverbindingen herkennen en van elk een voorbeeld geven en zeggen of deze wel of niet beweeglijk is?

- Kun je de bouw van een gewricht omschrijven en van elk gewrichtsonderdeel de functie noemen?

- Kun je 3 soorten gewrichten herkennen en benoemen en van elk een plaats aanwijzen in het lichaam waar deze voorkomt?

3 soorten gewrichten

Kogelgewricht: beweging alle kanten op

Scharniergewricht: beweging in een richting

Rolgewricht: het spaakbeen rolt om de ellepijp 

Twee manieren hoe schokken worden opgevangen:

1. Door kraakbeenschijven
2. Door de speciale dubbel s-vorm

Succes !

vergroeiiing

naadverbinding

gewrichten

 kraakbeen

gewrichtskogel

kraakbeen

gewrichtssmeer

kapselband

Hoe heet gewricht nummer 4?

1. rolgewricht
2. zadelgewricht
3. scharniergewricht
4. eivormiggewricht

Hoe heet gewricht nummer 5?

1. rolgewricht
2. zadelgewricht
3. scharniergewricht
4. eivormiggewricht

Welk onderdeel van het gewricht zorgt ervoor dat de botten tijdens het langs elkaar draaien niet slijten?

1. gewrichtssmeer
2. gewrichtskapsel
3. gewrichtsband
4. kraakbeenlaagje

Door welk deel van het gewricht wordt gewrichtssmeer gemaakt?

1. gewrichtssmeer
2. gewrichtskapsel
3. gewrichtsband
4. kraakbeenlaagje

Hoe heet het laagje vloeistof dat tussen de botten in het gewricht zit en ervoor zorgt dat de botten soepel langs elkaar kunnen bewegen?

1. gewrichtssmeer
2. gewrichtskapsel
3. gewrichtsband
4. kraakbeenlaagje

Sommige gewrichten hebben ___________ voor extra stevigheid.

1. gewrichtssmeer
2. gewrichtskapsel
3. gewrichtsbanden
4. kraakbeenlaagje

Aan de slag

1. Maak deze LessonUp (vragen) die klaarstaat in de klasLessonUp van 2.2 

2. Maak de werkboekopdrachten paragraaf 2.2 (opdr. 3 en 9)  en kijk deze na!