Oefentoets gaswisseling

Thema 5 Gaswisseling
Oefenvragen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Thema 5 Gaswisseling
Oefenvragen

Slide 1 - Slide

Als je door je neus inademt, wordt de ingeademde lucht gezuiverd door de stembanden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Hiernaast is een longblaasje en een
longhaarvat schematisch getekend.
De pijlen geven de stroomrichting
weer van lucht of van bloed. Bij P
bevat het bloed meer zuurstof dan bij S.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Een longblaasje en een longhaarvat
schematisch getekend. De pijlen geven
de stroomrichting weer van lucht of van
bloed. De luchtstroom met de meeste
zuurstof wordt aangegeven met pijl Q.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

In ingeademde lucht is het percentage stikstof groter dan in uitgeademde lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij het inademen door de neus wordt de ingeademde lucht vochtiger dan bij het inademen door de mond.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Buis P is verstevigd
met kraakbeen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

In ingeademde lucht zit meer waterdamp dan in uitgeademde lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In ingeademde lucht zit koolstofdioxide.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Is buis P is verstevigd
met kraakbeen?
En buis Q?
A
Alleen buis P.
B
Alleen buis Q.
C
Zowel buis P als buis Q.
D
Geen van beide zijn verstevigd met kraakbeen.

Slide 10 - Quiz

Hiernaast is een deel van de
longen weergegeven.
Welke letter is een longblaasje?
A
P
B
Q
C
R
D
Geen van deze letters

Slide 11 - Quiz

Het percentage stikstof in ingeademde lucht wordt vergeleken met het percentage stikstof in uitgeademde lucht. Welke van de volgende beweringen hierover is juist?
A
In ingeademde lucht is het % stikstof hoger .
B
In uitgeademde lucht is het % stikstof hoger.
C
Het % stikstof blijft gelijk.
D
Het % stikstof wisselt per persoon.

Slide 12 - Quiz

De hoeveelheid waterdamp in ingeademde lucht wordt vergeleken met de hoeveelheid waterdamp in uitgeademde lucht. Welke van de volgende beweringen hierover is juist?
A
In ingeademde lucht zit meer waterdamp.
B
In ingeademde lucht zit minder waterdamp.
C
De hoeveelheid waterdamp is.
D
De hoeveelheid waterdamp verschilt per persoon.

Slide 13 - Quiz

Bronchitis is 'n ziekte v/h slijmvlies dat de binnenkant van de luchtwegen bedekt. Er wordt dan veel slijm gemaakt. Iemand met bronchitis raakt dit slijm moeilijk kwijt. Welk gevolg voor de opname van zuurstof heeft te veel slijm in de luchtwegen?
A
Iemand kan dan beter zuurstof opnemen.
B
Iemand kan dan slechter zuurstof opnemen.
C
Dit heeft geen invloed op de zuurstofopname.
D
Dit heeft alleen invloed op de CO2 opname.

Slide 14 - Quiz