Inleiding Geüniformeerde diensterlening


Geüniformeerde dienstverlening
1 / 45
next
Slide 1: Slide
GeuniformeerdMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson


Geüniformeerde dienstverlening

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 
De beroepsgroepen in de Veiligheidszorg
lesinhoud
introductie
PTA
maken woordweb uniformberoepen
videofragmenten uniformen
afsluiting

Slide 2 - Slide

Keuzevak geuniformeerde dienstverlening

Slide 3 - Slide

Wat is een uniform?
A
Werkkleding waarmee je kan zien welk beroep iemand heeft.
B
Kleding die je aandoet als je thuis bent.
C
Kleding die je aandoet als je naar de bioscoop gaat.
D
Werkkleding waarmee je niet kan zien welk beroep iemand heeft.

Slide 4 - Quiz

Wat is dienstverlening?

Slide 5 - Slide

Wat weet je al over Geüniformeerde dienstverlening?

Slide 6 - Mind map

Uniform beroepen
Uniformberoepen
Als je een uniform draagt, ben je goed herkenbaar: iedereen weet direct wat voor werk je doet.
In veel beroepen die met handhaving van orde en veiligheid te maken hebben, moet je een uniform dragen. Mensen kunnen dan zien wat voor werk je doet.
Dit soort beroepen noem je ook wel uniformberoepen.

Slide 7 - Slide

Woordweb maken
Geüniformeerde dienstverlening
Beroepen
Alles wat bij dit beroep hoort

Slide 8 - Slide

Wie of wat in Nederland is verantwoordelijk voor de veiligheid en bescherming?

Slide 9 - Slide

Werk
Ambtenaar bij de overheid
werknemer bij een particulier (beveiligings) bedrijf

Slide 10 - Slide

Bij welke beroepen kun je een uniform dragen?

Slide 11 - Mind map

Screening
door politie
justitie
AIVD

Slide 12 - Slide

onregelmatige werktijden

Slide 13 - Slide

Goed opgeleid en getrained

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wie mogen verdachten staande houden?
A
Alleen politieagenten
B
Iedereen, ook burgers
C
Bevoegde opsporingsambtenaren

Slide 16 - Quiz

Voor welke feiten kan iedere burger een verdachte aanhouden?
A
Alleen overtredingen
B
Alleen misdrijven
C
Zowel misdrijven als overtredingen

Slide 17 - Quiz

Wie is bevoegd op heterdaad een verdachte aan te houden?
A
Een ieder
B
Bevoegde opsporingsambtenaren
C
Alleen politieagenten

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Geüniformeerde dienstverlening 
De beroepsgroepen in de veiligheidszorg 
Defensie

Slide 21 - Slide

Geüniformeerde dienstverlening 
Les 1 - de beroepsgroepen in de veiligheidszorg 
Defensie

Slide 22 - Slide

Waarom heb je voor dit arrangement gekozen? Wat is jouw doelstelling?

Slide 23 - Open question

PTA en afronding van dit keuzevak

Slide 24 - Slide

Wat is het doel van een uniform?
Kijk goed naar de uniformen in de volgende video en bedenk welke functie ze in die tijd hadden.


Slide 25 - Slide

Welke functie heeft het dragen van een uniform?

Slide 26 - Open question

Opdracht
Er zijn heel veel verschillende uniformen in de veiligheidssector. Stel je voor dat je beveiligingsbedrijf hebt. Hoe zou het uniform er dan uit zien? 
Werk in 2 tallen

-> Denk aan uitstraling. Moet het er stoer uitzien of juist niet?
-> Denk aan herkenbaarheid. Kunnen mensen direct zien aan je uniform dat je een beveiliger bent?

Verwerk dit in een korte PowerPoint van minimaal 4 dia's. Hier heb je 20 minuten de tijd voor daarna presenteer je het aan de klas.
timer
1:00

Slide 27 - Slide

Doelstellingen
Na het maken van dit hoofdstuk weet je:
Wat de beroepen inhoudt;
Wat voor soorten werk erbij horen;
Met welke (technologische) hulpmiddelen wordt gewerkt;
Waar het werk wordt uitgevoerd;
Naar welke beroepsgroep jouw mogelijke voorkeur uitgaat.

Slide 28 - Slide

Veiligheidszorg
Defensie 
Marechaussee
Politie
Handhaving
Beveiliging 
Brandweer
Ambulance 


Slide 29 - Slide

Defensie 

Defensie: het leger
42.000 militairen en 16.000 burgers
Doel: het land beschermen.

Het leger komt alleen in actie als praten niet helpt.
Nederlandse leger helpt ook andere landen.

Totale leger van Nederland: krijgsmacht



Slide 30 - Slide

 Hoofdtaken van het leger
Het verdedigen van Nederland (en de Nederlandse Antillen in het Caribisch gebied) tegen andere landen.

Het helpen van bondgenoten.

 Nederland is lid van de NAVO, ofwel de Noord-Atlantische V Verdragsorganisatie.
Het zorgen voor vrede en veiligheid in de wereld.

 Humanitaire hulpverlening: Hulp bieden aan mensen bij natuurrampen of gewapende conflicten.



Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

De organisatie van defensie

De minister van Defensie heeft de algehele leiding. De CDS (Commandant der Strijdkrachten) geeft leiding aan de krijgsmachtdelen:
Koninklijke Marine
Koninklijke Landmacht
Koninklijke Luchtmacht
Koninklijke Marechaussee

Slide 33 - Slide

Koninklijke Marine


Commando Zeestrijdkrachten
Oudste onderdeel
Taken
Zorgen voor veiligheid op zee.
Zorgen voor veiligheid vanuit zee.
Nationale maritieme taken.


Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Koninklijke Landmacht

Commando Landstrijdkrachten
Op het land werken voor vrede, veiligheid en veiligheid in Nederland en het buitenland

Taken
Verdedigen van het land/van het grondgebied van de NAVO-bondgenoten.
Ondersteunen van de overheid en maatschappelijke organisaties.
Vrede bewaren of afdwingen. (buitenland)
Humanitaire hulp bieden in het buitenland. (buitenland)
Burgers beschermen en veiligheidsorganisaties ondersteunen. (buitenland)
Eenheden
Gevechtseenheden, infanterie en gevecht ondersteunende eenheden.
Logistieke eenheden.



Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Koninklijke Luchtmacht

Commando Luchtstrijdkrachten
Wereldwijd actief

Taken
Samenwerken met bondgenoten bij internationale conflicten. De bondgenoten zijn de landen van de NAVO en VN.
Humanitaire operaties.
Nationale taken.
Squadrons: kleinere eenheden op een vliegbasis van vijf vliegtuigen en bijbehorend personeel.
Ook steeds meer eigen satellieten.




Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Koninklijke Marechaussee

Bewaakt o.a. onze grenzen
Politie van het leger

Taken
Grenspolitietaken.
Bewaken en beveiligen.
Internationale en militaire politietaken.
Vijf districten verspreid over het land met een aantal brigades.



Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Wat spreekt je het meeste aan en waarom?

Slide 43 - Open question

Maak opdracht 


1.01 t/m 1.10 op blz. 144
Daarna samen nakijken 


timer
1:00

Slide 44 - Slide


Morgen ronde wij hoofdstuk 1 af.

Slide 45 - Slide