zth 4K taalverzorging deel 3 formuleren

zth 4K taalverzorging deel 3
Formuleren
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

zth 4K taalverzorging deel 3
Formuleren

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Controleren wat er van de vorige les is blijven hangen
Bepalen waar nog extra aandacht aan besteed moet worden
Je kan lastige werkwoorden op de juiste manier gebruiken
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 2 - Slide

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
Woensdag
B
Kerstmis
C
Winter
D
Paasfeest

Slide 3 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Diana Van Dam
B
dirk van dam
C
Daan van Dam

Slide 4 - Quiz

Welke bedrijfsnaam is goed gespeld?
A
JUMBO
B
HenM
C
H&M
D
jumbo

Slide 5 - Quiz

Waar staat de komma op de juiste plaats?
A
Ik heb me verslapen, want ik lag laat in bed.
B
Ik heb me verslapen want, ik lag laat in bed.
C
Ik heb me verslapen omdat, ik laat in bed lag.
D
Ik verslaap me nooit en lig ook nooit laat in bed.

Slide 6 - Quiz

Welk citaat is volgens de regels geschreven?
A
Hij 'riep', ik snap er niks van.
B
Hij zei dat hij het wel snapte.
C
Hij riep: 'Ik snap het!'
D
Hij schreeuwde: 'ik denk dat ik het snap'!

Slide 7 - Quiz

Wat is goed gespeld?
A
Wat is goed gespeld?
B
Wat is goed gespelt?
C
Wat is goed gespeldt?

Slide 8 - Quiz

Hij rijdt naar school
A
rijdt = PV
B
Hij = PV
C
naar = PV
D
school = PV

Slide 9 - Quiz

Ik (lijden).... aan een zeldzame ziekte.
A
lijdt
B
leid
C
lijd
D
leidt

Slide 10 - Quiz

Hij (rijden VT) ..... naar huis.
A
rijdt
B
reedt
C
reet
D
reed

Slide 11 - Quiz

Wat kwam je tegen bij de opdrachten?
Wat wist je nog?
Waar heb je nog hulp bij nodig.?

Nakijkmateriaal volgt!

Slide 12 - Slide

Lastige werkwoorden
Daar ligt een ei.
Hij ligt in bed.
Zich bevinden, rusten

De kip legt een ei.
Zij legt haar tas op het bed.
Plaatsen, iets doen

Slide 13 - Slide

Bij deze uitleg hoort een video
Deze vind je in je online lesmethode (hst 1 - lastige werkwoorden)

Slide 14 - Slide

Lastige werkwoorden
Ik ken alle woordjes die ik moest leren.
Ik ken wel veertig automerken.
Iets weten of geleerd hebben


Zij kan heel goed dansen.
Zij kan het beste voetballen van iedereen.
In staat zijn om iets te doen
 

Slide 15 - Slide

Maak een goede zin met het werkwoord leggen.

Slide 16 - Open question

Maak een goede zin met het werkwoord kennen.

Slide 17 - Open question

Zelf aan de slag
Maak opdracht 1,2 en 3 op blz. 32/33

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Maak een zin van zes woorden

Slide 19 - Slide

Waar heb je iets aan gehad
deze les?

Slide 20 - Mind map

Wat zou ik anders
kunnen doen?

Slide 21 - Mind map

Zou je zélf iets anders
doen, de volgende les?

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Slide

Doelen van deze les
Controleren wat er van de vorige les is blijven hangen
Bepalen waar nog extra aandacht aan besteed moet worden
Je kan lastige werkwoorden op de juiste manier gebruiken
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 24 - Slide

Tevreden?

Slide 25 - Slide