Instructie geven

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij Nederlands

Instructie geven - lezen

Doel van deze les: 

- je herinnert je welke tekstdoelen er zijn;
- je weet de kenmerken van instructie; 
- je herkent de opbouw van een 

   instructieve tekst;
- je kent de bijbehorende signaalwoorden.

Vorige les: tekstdoelen

Welke doelen weet je nog?

Quiz!

Ga naar

de website lessonup.app 

en gebruik de code die je straks op het scherm ziet

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Gevoelens oproepen

Mening geven

Instrueren

Waar denk je aan als je het onderwerp van deze les: 'instructie geven' hoort?

Instrueren

Als het leesdoel instrueren is, wil de schrijver dat de lezer aan de hand van instructies weet hoe hij iets moet doen of gebruiken

Aan de slag! 

Kijk naar de voorbeelden voor het maken van paella en brownies. 

Wat valt je op?

Tekstopbouw instructieve tekst

• Stapsgewijs weergegeven informatie;
• Stappen in een vaste, chronologische volgorde;
• Signaalwoorden die de stappen inleiden zoals ‘ten eerste’, ‘ten tweede’, ‘daarna’, ‘vervolgens’, ‘tenslotte’.

Voorbeeld instructie tijdens je werk in een hotel

Aan de slag!

• Bekijk de voorbeelden
• Schrijf op:  
  bij welke instructie weet je het beste wat je moet doen en waarom?
  

Waarom leesrace

• Met zoekend lezen ga je direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt. 
  
• Als je bijvoorbeeld in de handleiding van je werk wilt opzoeken hoe je het alarmsysteem aan zet, dan lees je in dezelfde tekst niet de informatie over het uitschakelen van het alarmsysteem. 
• Met deze oefening toon je aan dat je in overleg op zoekt kunt gaan naar de informatie die je als groepje nodig hebt.
• Je leert waar je een instructie aan kunt herkennen. 

Uitleg opdracht leesrace

• Je vormt groepjes van 3 leerlingen. 
  
• Elk groepje krijgt dezelfde 2 instructieve teksten en vragen.
• Je hebt 1 pen nodig en schrijft de antwoorden op het papier met vragen.
  
• Er zijn twee rondes van 1 minuut, klok tikt af op het scherm.
• Per ronde zoeken jullie de antwoorden in allebei de teksten.
  

• Jullie krijgen vooraf even de tijd om te overleggen hoe jullie de leesrace aan gaan pakken.

• Als de eerste ronde voorbij is, hebben we 2 minuten pauze. 
• Daarna volgt de tweede ronde. 
• Na de tweede ronde bespreken we de antwoorden en kijken we welk groepje gewonnen heeft. 

Je weet nu meer over:

Instructie geven - lezen

- welke tekstdoelen er zijn;
- de kenmerken van instructie; 
- de opbouw van een instructieve tekst;

- de bijbehorende signaalwoorden;

- en je hebt geoefend met zoekend lezen.

Volgende week

zelf schrijven van een instructietekst