2.3 + 2.4 Een ontwikkelde cultuur & Hoog en laag in de samenleving

2.3 & 2.4 
Een ontwikkelde cultuur en 
Hoog en laag in de samenleving
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

2.3 & 2.4 
Een ontwikkelde cultuur en 
Hoog en laag in de samenleving

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen:
-hoe de godsdienst van de Egyptenaren eruit zag
-hoe Egyptenaren omgingen met hun doden
-welke lagen er in de Egyptische samenleving waren
-hoe sociale verschillen zichtbaar waren
-hoe Egyptenaren hogerop konden komen in de samenleving

Slide 2 - Slide

Egyptische godsdienst
  • Veel verschillende goden.

  • Goden Ra en Osiris door heel Egypte vereerd.

  • Tempels met versierde zuilen.

  • Priesters.

  • Offers.

Slide 3 - Slide

Religie
  • De Egyptische godsdienst was polytheïstisch

  • = godsdienst waarbij meerdere goden worden vereerd

 

Slide 4 - Slide

Egyptische godsdienst
- Natuurgodsdienst
-Polytheïstisch

- Veel verschillende goden,
half dier half mens
- Farao goddelijke status 

Slide 5 - Slide

Egyptische godsdienst
  • Er werden offers gedaan en spreuken opgelezen in de tempels.
  • Deze rituelen werden gedaan om de goden tevreden te houden. 
  • Een ritueel is een vaste gewoonte die bij een speciale gebeurtenis wordt gedaan. 
  • De Egyptenaren geloofden in een leven na de dood --> mummies

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat doet de farao?
A
de farao is de leider van het land en is een soort koning
B
de farao is een rijke boer
C
de farao is de belangrijkste schrijver
D
de farao is degene die in contact staat met de goden

Slide 8 - Quiz

Waarom moesten de boeren belasting betalen?
A
Omdat het in de wet geschreven stond
B
Omdat dit het gebruik was
C
Omdat de goden hen dit opdroegen.
D
omdat het land van de farao was.

Slide 9 - Quiz

In het oude Egypte ontstaan er op den duur nieuwe beroepen.
Waarom ontstaan er in Egypte nieuwe beroepen?

A
Er was veel voedsel door irrigatielandbouw, dus hoefden de mensen niet allemaal boer te zijn.
B
De Farao wilden dat alle mensen ambachtslieden werden.
C
Er waren ook mensen nodig om het land te besturen
D
Iedereen wilde schrijver worden.

Slide 10 - Quiz

Waardoor wordt een landbouwstedelijke samenleving gekenmerkt?
A
Een paar steden en veel landbouw
B
Heel veel steden en een klein beetje veeteelt
C
Eén stad in een stedelijke samenleving
D
Een markt met een rivier en twee geiten

Slide 11 - Quiz

Welk kenmerk hoort niet bij de landbouwstedelijke samenleving van de prehistorie?
timer
0:20
A
Ruilhandel
B
Arbeidsverdeling en specialisatie
C
Ongelijkheid
D
Nomadisch bestaan

Slide 12 - Quiz

Wat is specialisatie?
A
Spullen maken met de hand
B
Iets heel bijzonders maken
C
Iets heel ingewikkeld maken
D
Je verbeteren in een bepaald vak

Slide 13 - Quiz

Wat is een 'ambacht'?
A
Een beroep waarbij goederen of waren worden gemaakt
B
Een beroep dat in de industrie een grote rol speel
C
Een getal dat werd gebruikt in de middeleeuwen
D
Een groot blok metaal waarop de smid zijn werktuigen aansloeg

Slide 14 - Quiz

Door irrigatielandbouw kon Egypte veel voedsel produceren.
Wat betekent irrigatielandbouw?
A
Dat je huizen op het land bouwt
B
Landbouw met behulp van kanaaltjes graven
C
Landbouw zonder gebruik van water
D
Landbouw door gebruik van dieren

Slide 15 - Quiz

Irrigatielandbouw was vooral bedoeld om:
A
Te beschermen tegen overstromingen
B
Mensen te laten samenwerken
C
Grond meer vruchtbaar te maken
D
Zoveel mogelijk stukken land water te geven

Slide 16 - Quiz



Wat was een gevolg van de irrigatielandbouw?
A
Groeiende bevolking door meer voedsel
B
Niet iedereen hoefde meer als boer te werken
C
Er ontstaat handel
D
Er ontstaan steden

Slide 17 - Quiz

Wat is geen gevolg van irrigatielandbouw?
A
Het ontstaan vaste woonplaatsen
B
Het ontstaan van het schrift
C
specialiseren in verschillende beroepen
D
Er ontstaan van sociale lagen

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je het geloof in 1 god?
A
Unitheïsme
B
Polytheïsme
C
Monotheïsme
D
Molytheïsme

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het als je gelooft in meerdere goden?
A
Polytheïsme
B
Monotheïsme
C
Liberalisme
D
Unotheïsme

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Verschillen kon je zien
De sociale verschillen in het oude Egypte waren te zien aan de manier...
  1. waarop mensen werden afgebeeld;
  2. aan hun huizen;
  3. hun voedsel;
  4. de manier waarop ze werden begraven.

Slide 22 - Slide

Woning van een hoge ambtenaar
Woningen van ambachtslieden

Slide 23 - Slide

Noem vier sociale lagen in Egypte.

Slide 24 - Open question

Wie stond er boven aan in de sociale lagen van Egypte?
A
De ambtenaren
B
De boeren
C
De handelaren
D
De Farao

Slide 25 - Quiz

de farao en zijn familie
priesters
hoge ambtenaren
edelen
ambachtslieden
handelaren
lage ambtenaren
boeren
landarbeiders
Slaven

Slide 26 - Drag question

Wat is een overeenkomst tussen beroepen en aanzien in het oude Egypte en Nederland nu?
A
Het ene beroep zorgt voor meer aanzien dan het andere
B
Het ene beroep zorgt voor meer loon dan het andere
C
Het ene beroep brengt je dichter bij de koning
D
Geen overeenkomsten. Er zijn nieuwe beroepen bijgekomen.

Slide 27 - Quiz

Wat zijn verschillen tussen beroepen en aanzien in het oude Egypte en Nederland nu?
A
Kinderen nemen nu meestal niet meer het beroep van hun ouders over.
B
Kinderen nemen nu juist het beroep van hun ouders over.
C
De beroepen zijn veel leuker geworden met meer aanzien.
D
Het is makkelijker om hogerop te komen nu.

Slide 28 - Quiz

Hoe kun je op een afbeelding
de verschillen tussen de mensen zien?

Slide 29 - Open question