LES 6 - KERN KADER 2 - PERSOONSVORM TT

LES 1 - KERN BASIS 2 - Hoe zitten veel teksten in elkaar?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

LES 1 - KERN BASIS 2 - Hoe zitten veel teksten in elkaar?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LEZEN

Lees in je boek het vak 'belangrijk'. 

Daarna lezen we samen beide teksten op blz 6 en 7

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Na deze les weet je....
  • Wat de persoonsvorm is en 'hoe' je deze schrijft in de 'tegenwoordige tijd'
  • De juiste persoonsvorm schrijven n.a.v. het hele werkwoord
  • Kan je zelf zinnen maken met een gegeven persoonsvorm in de tegenwoordige tijd 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Rofaida
heeft
een computer
gekocht.

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Onregelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden
Lopen
Fietsen
Vliegen
Schrijven
Voetballen
Kleuren
Leren

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm in de zin:
"Marianne weet wat de persoonsvorm is."
A
Marianne
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?
A
ik ben, jij is, hij is, wij bennen
B
ik is, jij is, hij is, wij zijn
C
ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
D
ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Iedereen weet wat de persoonsvorm is.
A
Iedereen
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Dat meisje
wil
een relatie.

Slide 19 - Drag question

3 minuten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

BLOOKET

  • Ga nu naar Teams
  • Open Blooket 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

KLASSIKAAL

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

ZELFSTANDIG MAKEN
Nakijken van LES 6;
oefening 6 t/m 11 


Klaar? Ga naar Teams en ga je naar Quizlet. Of je pakt je leesboek en ga je lezen. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions