Palindromen: redder, negen, kaak, kok, radar, maandnaam, droomoord, parterretrap, Reinier, Hannah, kajak, netten, nemen, madam, neven, daad, lol.
Spiegelwoorden: tak / kat, een / nee, koor / rook, maan / naam, leven / nevel, fel / lef, koorts / strook, prijst / tsjirp.