Noteer de antwoorden op de lesvragen in je schrift.
Werk aan fictie opdrachten 2.1
huiswerk 12-12 Lezen af zijn
Leesstrategieen
Tijdens het lezen:
de titel
de kopjes
de illustraties
opvallende woorden:
(vet, schuingedrukt, onderstreept)
getallen
Doe een voorspelling:
Waar gaat de tekst gaat over...
Wat weet je er al van? Wat heb je gezien, gehoord of gelezen
Woordhulp
Bij een moeilijk woord:
Vaak staat de betekenis voor of achter het woord;
Bekijk plaatjes
Alinea
Een tekst is vaak verdeeld in alinea's.
Een alinea is een stukje tekst van twee of meer zinnen die bij elkaar horen. in iedere alinea staat een stukje van het onderwerp. De zinnen van een alinea schrijf je achter elkaar.
Zo kun je een alinea herkennen:
Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.
Soms staat er een witregel tussen twee alinea's.
Soms begint de eerste regel van een nieuwe alinea met een stukje wit. Dat noem je inspringen.
De laatste zin van een alinea loopt meestal niet door tot het einde van de regel.
Tussenkopje
Een tussenkopje is een dikgedrukte deeltitel boven een alinea.
Slide 13 - Slide
Inleiding
Slot
Kern
Slide 14 - Drag question
Hoe herken je de inleiding in deze tekst?
Slide 15 - Open question
Zelfstandig werken
Thema 2 2.3 Lezen
Opdracht 1 t/m 16
Ster opdrachten is extra werk
Klaar: Versterk jezelf, flitskaartjes, opdrachten opnieuw maken.
Slide 16 - Slide
Lezen en woorden: tekst lezen
Tekst Lekker genoeg om voor te sterven
Doelen:
Leren van nieuwe woorden
Informatie uit een tekst halen
Onderstreep of arceermoeilijke woorden in de tekst tijdens het voorlezen.