What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 4 - Lesson 2
Week 4 - Lesson 2
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Week 4 - Lesson 2
Slide 1 - Slide
Planning
1. Practice test
2. Plurals
3. Homework
Slide 2 - Slide
Practice test!
Slide 3 - Slide
Singular & Plural
Enkelvoud & Meervoud
Slide 4 - Slide
Hoe maak je meervouden in het Engels?
De algemene regel is:
Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld:
One boy --> two boy
s
One apple --> three apple
s
One house --> four house
s
Onthoud: nooit 's!
Slide 5 - Slide
Medeklinker + Y
Natuurlijk zijn er uitzonderingen op de algemene regel.
De uitzonderingen zijn:
1. Eindigt het woord op
medeklinker + Y
--> meervoud wordt -ies
Voorbeeld:
One hob
by
--> two hobb
ies
One sto
ry
--> three stor
ies
Slide 6 - Slide
Woorden op F of FE
2. Eindigt het woord op
-f(e)
--> meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one kni
fe
- two kni
ves
one wi
fe
- three wi
ves
one li
fe
- four li
ves
one cal
f
- ten cal
ves
Slide 7 - Slide
S-klanken
3. Eindigt woord op
-s, -ss, -sh, -tch, -x
--> meervoud wordt
-es
Voorbeeld:
one bu
s
--> two bus
es
one busine
ss
--> two business
es
one wi
sh
--> two wish
es
one wit
ch
--> two witch
es
one bo
x
--> two box
es
Slide 8 - Slide
Uit je hoofd leren (1/3)
Volgende woorden hebben maar 1 vorm
glasses (bril), jeans, panties, tights, shorts, pyjamas,trousers , pants, leggings, sheep, deer, fish
Slide 9 - Slide
Uit je hoofd leren (2/3)
Volgende woorden veranderen in spelling
Voorbeeld:
one man - two men
one woman - two women
one child - two children
one mouse - two mice
one goose - two geese
one person - two people
Slide 10 - Slide
Uit je hoofd leren (3/3)
Volgende woorden veranderen in spelling
Voorbeeld:
one tooth - two teeth
one foot - two feet
one tomato - two tomatoes
one potato - two potatoes
one hero - two heroes
Slide 11 - Slide
Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten in het Engels
A
Er een 's achter zetten
B
Er een -s achter zetten
C
Niks, alle woorden zijn meervoud
D
A, B en C zijn goed.
Slide 12 - Quiz
Wat is het meervoud van girl?
A
Girl's
B
Girl
C
Girls
D
A,B,C zijn goed
Slide 13 - Quiz
Wat is het meervoud van baby
A
baby's
B
babys
C
babies
D
babbies
Slide 14 - Quiz
Wat is het meervoud van knife
A
Knifes
B
Knive
C
two pairs of knife
D
Knives
Slide 15 - Quiz
Wat is het meervoud van bus?
A
Buses
B
Busses
C
Bus
D
Bussen
Slide 16 - Quiz
Wat is het meervoud van sheep
A
Sheep's
B
Sheeps
C
Sheep
D
A, B en C zijn goed
Slide 17 - Quiz
Homework
* Do pages 15, 16, 25, 26, 27, 28
* Study vocab
acorn - violin
* Study the grammar rules
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Week 5 - Lesson 1
October 2021
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Singulars & plurals Lesson 4 'In The City ' year 2
January 2023
- Lesson with
42 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Plurals
January 2023
- Lesson with
46 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
1.1 Plurals
September 2022
- Lesson with
46 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
12 June TLH
June 2020
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Meervoud
January 2024
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Meervoud
November 2020
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Meervoud
January 2024
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1