Woche 4 les 11,12,13,14

Woche 4 les 11,12,13,14
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woche 4 les 11,12,13,14

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wilkommen!
Stunde 11 Dienstag 24. September
Inloggen Lessonup Bitte..

Slide 3 - Slide

Lernziel 
  1. Je kent de woorden snel en vlot Duits week 3
  2. Je werkt verder aan de basisvaardigheden

Slide 4 - Slide

GEEN TOP 3 (1x zonder naam?)
Floor, Moly, Charlotte, Coco, Jill. Lalique

Slide 5 - Slide

LZ 1 Je kent de woorden snel en vlot Duits week 3
Quizletlive snel en vlot Duits week 3

Slide 6 - Slide

LZ 1 mijn basiswoordenschat wordt steeds een beetje beter...
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

zelf aan de slag/tweetallen SE
Snel en Vlot Duits - week 4 wir gehen essen
  1. Lees om en om de tekst  wir gehen essen  hardop voor ; een leest voor, ander turft fouten met uitspreektabel. VRAGEN? p 37
  2. lees de grammatica door - en oefen persoonlijk voornaamwoord 10 min
https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica.htm
  1. Oefen nieuwe woorden week 4 in Quizlet totdat je ze allemaal kent. (dit is ook HW)
  2. vertaal de zinnen Test uw kennis S 44

Slide 8 - Slide

LZ 3 Je werkt verder aan de basisvaardigheden

Slide 9 - Slide

LZ 3 om mijn basisvaardigheden voor spreekvaardigheid nog te kunnen verbeteren wil ik
nog meer oefenen aan uitspraak
nog meer oefenen met zinnen maken
nog meer werken aan mijn woordenschat
nog meer werken aan mijn grammatica
zo doorgaan als ik bezig ben

Slide 10 - Poll

Slide 11 - Slide

Wilkommen!
Stunde 12 Mittwoch 25. September

Slide 12 - Slide

Lernziel
  1. Je kunt met de woorden uit Snel en Vlot week 5, 75% van de eerste 10 zinnen op S 55 van het Nederlands correct naar het Duits vertalen. 

Slide 13 - Slide

 LZ1 Je kunt met de woorden uit Snel en Vlot week 5, 75% van de eerste 10 zinnen op S 55 van het Nederlands foutloos naar het Duits vertalen.

Snel en Vlot Duits - week 5 unterwegs S 49 en verder
  1. samen/klassikaal S 49 e.v. hardop voorlezen
  2. samen/klassikaal Duits spreken S 53
  3. individueel: Oefen nieuwe woorden week 5 in Quizlet 12 minuten
  4. Vertaal de zinnen Test uw kennis S 55 20 minuten
  5. Kijk je zinnen na. Hoeveel zinnen foutloos? 

Slide 14 - Slide

Hoeveel zinnen had je helemaal goed?

Slide 15 - Mind map

zijn er nog vragen???

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wilkommen!

Slide 18 - Slide

Lernziel
  1. Je weet welke individuele aandachtspunten je hebt voor het SE Spreken adhv de uitspraaktabel. (vandaag de helft van de leerlingen en morgen de andere helft)

Slide 19 - Slide

LZ 1
Je weet welke individuele aandachtspunten je hebt voor het SE Spreken adhv de uitspraaktabel.

Slide 20 - Slide

LZ2 Je weet welke individuele aandachtspunten je hebt voor het SE Spreken adhv de uitspraaktabel.
Snel en Vlot Duits - week 5 unterwegs
leerling leest aan docent alinea hardop voor 
Docent geeft achteraf feedback/ aandachtspunten voor verbetering uitspraak

Slide 21 - Slide

Wilkommen!
Stunde 12 Mittwoch 25. September

Slide 22 - Slide

Lernziel
  1. Je weet welke individuele aandachtspunten je hebt voor het SE Spreken adhv de uitspraaktabel. (vandaag de helft van de leerlingen en morgen de andere helft)
  2. Je kunt met de woorden uit Snel en Vlot week 5, 75% van de zinnen op S 55 van het Nederlands correct naar het Duits vertalen. 

Slide 23 - Slide

LZ 1
Je weet welke individuele aandachtspunten je hebt voor het SE Spreken adhv de uitspraaktabel.

Slide 24 - Slide

LZ2 Je weet welke individuele aandachtspunten je hebt voor het SE Spreken adhv de uitspraaktabel.
Snel en Vlot Duits - week 5 unterwegs
leerling leest aan docent alinea hardop voor 
Docent geeft achteraf feedback/ aandachtspunten voor verbetering uitspraak

Slide 25 - Slide

Wilkommen!
Stunde 13+14

Slide 26 - Slide

Lernziel 
  1. Je weet wanneer je de tijdbepalingen met de voorzetsel im, am en um moet toepassen.. 
  2. Je weet welke individuele aandachtspunten je hebt voor het SE Spreken adhv de uitspraaktabel. (vandaag de helft van de leerlingen en morgen de andere helft)
  3. je maakt aan de hand van de gegeven structuur een begin aan je thema presentatie.
 

Slide 27 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "im"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een maand of een jaargetijde.

Zum Beispiel: Im Sommer haben wir Ferien.
Im August fahre ich mit meinen Eltern nach Frankreich.

Slide 28 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "am"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een dag of een dagdeel.

Zum Beispiel: Meine Oma kommt am Nachmittag zu Besuch.
Am Sonntag schlafe ich immer aus.

Slide 29 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "um"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een tijdstip.

Zum Beispiel: Um 12 Uhr hörte ich den Alarm.
Der Film beginnt um 20:00 Uhr..

Slide 30 - Slide

Üben!
Je brengt nu de theorie in de praktijk.

Slide 31 - Slide

Hast du ......... Dezember Geburtstag?
A
im
B
um
C
am

Slide 32 - Quiz

........... Winter ist es kÀlter als .......... Sommer.

Slide 33 - Open question

........ Donnerstag trainiere ich immer.
A
Im
B
Um
C
Am

Slide 34 - Quiz

Wollen wir uns ......... 20:00 Uhr treffen?
A
am
B
um
C
im

Slide 35 - Quiz

Kommst du ....... Nachmittag vorbei?
A
am
B
um
C
im

Slide 36 - Quiz

FĂ€ngt die Schule .......... September wieder an?
A
am
B
um
C
im

Slide 37 - Quiz

Wanneer gebruik je
het voorzetsel "im"

Slide 38 - Mind map

Wanneer gebruik je
het voorzetsel "am"

Slide 39 - Mind map

Wanneer gebruik je
het voorzetsel "um"

Slide 40 - Mind map

Is het leerdoel behaald?
Leerdoel: Je weet wanneer je de tijdbepalingen met de voorzetsels
im, am en um moet toepassen..
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Lernziel 2 
Je weet welke individuele aandachtspunten je hebt voor het SE Spreken adhv de uitspraaktabel. (vandaag de helft van de leerlingen en morgen de andere helft)

Slide 42 - Slide

Lernziel 3

Je maakt aan de hand van de gegeven structuur een begin aan je thema presentatie

Slide 43 - Slide

START UITWERKEN THEMA
  1. Bekijk je filmpje helemaal , zet de ondertiteling aan.
  2. Maak een vraagstelling bij je filmpje (soms is dat al het geval)
  3. geef korte introductie van het onderwerp
  4. noem de voordelen
  5. noem de nadelen
  6. geef je eigen mening

VOORBEELD
  1. filmje over kant en klare maaltijden.
  2. moeten we kant en klare maaltijden duurder maken?
  3. Kant en klare maaltijden hoef je alleen op te warmen...etc
  4. Het is lekker en snel
  5. het is ongezond, mensen koken niet meer
  6. ik vind dat......

Slide 44 - Slide