De lijnen p en q snijden elkaar in het punt S.Er ontstaan dan vier hoeken.
Bij 180° draaien past hoek S1 precies op hoek S3.
∠S1 = ∠S3
Ook past hoek S2 precies op hoek S4.
∠S2 = ∠S4
Hoek S1 en hoek S3 liggen tegenover elkaar.
Het zijn overstaande hoeken.
Ook hoek S2 en hoek S4 zijn overstaande hoeken.