4.2 Wat levert het op? - Deel 2

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 4.2 Wat levert het op? Deel 1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check & arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 4.2 Wat levert het op? Deel 1
1.
Lesopening
2.
Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check & arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van economie op tafel en laat deze nog dicht op tafel liggen. 


Huiswerk controle:
4.2 deel 1 - opdracht 19 t/m 25

Slide 2 - Slide

2. Lesdoelen & Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les: 
- weet je wat concurrenten zijn; 
- kun je winst berekenen; 
- weet je wanneer een bedrijf verlies maakt; 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
n.v.t.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jessica, Niek, Jaysen, Jochem, Jamie, Krystian & Gijs

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Slide

Verdiept arrangement:
Verdiept: n.v.t.

Huiswerk noteren + maken:
les: 4.2 deel 2
blz: 104 & 105
opdr: 26 t/m 34

Slide 5 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 6 - Slide

Josia speelt Football Manager. Hij verkoopt Mbappe voor 260 miljoen euro. Hij heeft hem gekocht voor 235 miljoen euro. Wat is zijn winst?
A
260 miljoen euro
B
235 miljoen euro
C
285 miljoen euro
D
25 miljoen euro

Slide 7 - Quiz

Joanne heeft een ijskar. Zij verkoopt op een weekend 530 ijses. Haar kosten voor zo'n weekend zijn 240 euro. Aan winst blijft er 150 euro over.
Bereken de opbrengst van de verkoop.
A
380 euro
B
390 euro
C
150 euro
D
90 euro

Slide 8 - Quiz

Joanne heeft een ijskar. Zij verkoopt op een weekend 530 ijses. Haar kosten voor zo'n weekend zijn 240 euro. Aan winst blijft er 150 euro over.
Bereken hoeveel de verkoopopbrengst is van een ijsje.
A
1,20 euro
B
79 cent
C
74 cent
D
45 cent

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 4.2 deel 2, opdracht 26 t/m 34 op blz. 104 & 105

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Slide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 11 - Slide

Concurrenten
  • Concurrenten = Bedrijven die dezelfde producten verkopen/diensten leveren. 

Ze willen dat jij voor hun kiest, dus proberen ze je te lokken met reclame, lage prijzen, betere productie of extra service. 

Slide 12 - Slide

Winst
winst = opbrengsten - kosten
geld dat je hebt verdient door goederen of diensten te verkopen
kosten die je hebt gemaakt met je bedrijf
Sylvia heeft voor €325 aan ijsjes verkocht. De kosten waren €196. 
Bereken haar winst. 
________ - _______ = _________

Slide 13 - Slide

Verlies
Het gaat niet goed met je bedrijf. De kosten worden hoger dan het geld dat je binnenkrijgt (opbrengsten). Dit noem je verlies. 

Wat kun je doen als je verlies draait?
  • Kijken of je geld hebt om het verlies op te vangen
  • Lening afsluiten bij de bank

Slide 14 - Slide

Failliet
  • als een bedrijf lange tijd verlies lijdt en de schulden niet meer kan betalen, gaat het failliet. 

Het bedrijf wordt dan gesloten en bestaat dan niet meer. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Jessica, Niek, Jaysen, Jochem, Jamie, Krystian & Gijs: jullie gaan zelfstandig les 4.2 deel 2, opdracht 26 t/m 34 op blz. 104 & 105. Lees goed de stukjes tekst. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 29.

Slide 17 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest de blauwe & groene stukjes tekst. 
Hierna maak je 4.2 deel 2, opdracht 26 t/m 34 op blz. 104 & 105


Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Herhalingsopdrachten 4.2 opdracht 7 t/m 13 op blz. 120
3. Begrippen leren paragraaf 4.2

 
timer
1:00

Slide 18 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

Evaluatie lesdoelen: 
- weet je wat concurrenten zijn?
- kun je winst berekenen?
- weet je wanneer een bedrijf verlies maakt?

Slide 19 - Slide

8. Huiswerk en toetsen
Huiswerk:
Dinsdag 9 januari
4.2 opdracht 26 t/m 34
Toetsen:

Slide 20 - Slide