Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog: Bezetting en Verzet

Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog: Bezetting en Verzet
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog: Bezetting en Verzet

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste gebeurtenissen tijdens de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog benoemen en uitleggen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Bombardement van Rotterdam
Op 14 mei 1940 bombardeerde de Duitse luchtmacht Rotterdam, waardoor een groot deel van de stad verwoest werd.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Generaal Winkelman
Generaal Winkelman was de opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de Duitse invasie.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ballingschap
Na de capitulatie van Nederland vluchtte de Nederlandse regering en koninklijke familie naar Londen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Arthur Seyss-Inquart
Seyss-Inquart was de Rijkscommissaris van Nederland en voerde het Duitse bewind tijdens de bezetting.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Razzia
Een razzia was een grootschalige, gewelddadige actie waarbij mensen werden opgepakt, bijvoorbeeld om te werken in Duitsland.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Februaristaking
Op 25 februari 1941 brak de Februaristaking uit als protest tegen de Jodenvervolging door de Duitse bezetter.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Goed en Fout
Tijdens de bezetting werden mensen geconfronteerd met morele keuzes: samenwerken met de bezetter (fout) of het verzet steunen (goed).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het Verzet
Het verzet bestond uit mensen die zich actief verzetten tegen de Duitse bezetter, bijvoorbeeld door sabotage en het helpen van onderduikers.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Collaboratie
Collaboratie betekent samenwerken met de vijand, in dit geval met de Duitse bezetter.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Onderduikers
Mensen die zich verborgen hielden om aan de Arbeitseinsatz (verplichte tewerkstelling) te ontkomen of om aan deportatie te ontsnappen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Persoonsbewijzen
Vervalste persoonsbewijzen werden gebruikt om onderduikers en verzetsstrijders te helpen aan een nieuwe identiteit.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Operatie Market Garden
Op 17 september 1944 begon de geallieerde operatie Market Garden, gericht op de bevrijding van Nederland.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slag om Arnhem
De Slag om Arnhem vond plaats tijdens operatie Market Garden en was een mislukking voor de geallieerden.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Spoorwegstaking
In september 1944 legden de Nederlandse spoorwegmedewerkers het werk neer om de geallieerden te steunen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hongerwinter
Tussen oktober 1944 en mei 1945 leed een groot deel van de Nederlandse bevolking honger door voedseltekorten.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Landverraders
Mensen die tijdens de bezetting samenwerkten met de Duitse bezetter werden gezien als landverraders.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bevrijdingsdag en Dodenherdenking
5 mei is de dag waarop Nederland bevrijd werd van de Duitse bezetting. Op 4 mei wordt de slachtoffers van oorlog herdacht.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Maak een tijdlijn van de belangrijkste gebeurtenissen tijdens de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Reflectie en Discussie
Bespreken van de tijdlijnen en reflecteren op de impact van de bezetting op Nederland en haar inwoners.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.