Examentraining Spreken (B1)

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1-4

Examentraining Spreken Programma I

Ik kan vertellen wat ik bij het examen Spreken B1 moet doen

Ik kan adequate en grammaticaal goede antwoorden geven

Ik kan de juiste woorden gebruiken tijdens het spreken

Voorbereiden

Opdracht: Bespreek samen:

- Wat weet je over het examen Spreken B1?

- Welke taalhandelingen komen vaak in het examen voor? Schrijf ze allemaal op.

- Welke handige woorden of zinnen ken je bij de taalhandelingen? Schrijf de handige woorden en zinnen samen op.

Voorbeeld taalhandeling: een mening geven

Handige woorden / zinnen: Ik vind ... / Volgens mij ...

Voorbereiden

Informatie over het examen Spreken B1:

• Je maakt het examen op de computer
• Je praat via een microfoon
• Het examen duurt ongeveer 30 minuten
• Deel 1: 8 korte spreekopdrachten (20 seconden spreektijd)
• Deel 2: 8 middellange spreekopdrachten (30 seconden spreektijd)
• Je hoort een pieptoon en je begint met spreken
• Als de spreektijd om is, hoor je weer een pieptoon
  

Voorbereiden

Deze taalhandelingen komen vaak in het examen voor:

- een mening geven

- een advies geven

- een instructie geven

Er komen soms ook andere taalhandelingen in het examen voor, zoals:

- ergens over klagen

- een beleefde vraag stellen

- informatie / een omschrijving geven

Voorbereiden

Taalhandeling:

Een mening geven

Handige zinnen:

• Ik vind ...
• Volgens mij ...
• Ik denk dat ... 
• Ik vind dat ... 

Waarom? Gebruik want of omdat.

Voorbereiden

Taalhandeling: 

Een instructie geven

Handige zinnen: 

• Je moet (signaalwoord) ...
• (Signaalwoord) moet je ...

Signaalwoorden: - eerst, dan, daarna, tot slot

                              - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot

                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Voorbereiden

Taalhandeling:

Een advies geven

Handige zinnen: 

• Als ik jou was, zou ik ... 
• (Signaalwoord) zou ik ... 
• Ik adviseer je om ... te ... / Mijn advies is om ... te ...

Signaalwoorden: - eerst, dan, daarna, tot slot

                              - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot

                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Voorbereiden

Taalhandeling: 

Ergens over klagen

Handige zinnen: 

• Ik heb een klacht over ... / Ik ben niet tevreden over … 
• Ik vind ... niet goed 
• Ik ben niet blij met ...
• Ik heb last van ...

Waarom? Gebruik want of omdat.

Voorbereiden

Taalhandeling:

Een (beleefde) vraag stellen

Handige zinnen: 

• Wil / kun je ... ?
• Mag ik ... ?
• Zou je ... willen ... ? 
• Zouden jullie ... willen / kunnen ... ?

Voorbereiden

Taalhandeling:

Informatie / een omschrijving geven

Handige zinnen:

Om te beginnen ... had ze blond haar.

Daarnaast .... droeg ze een roze jas.

Bovendien ... had ze een groene pet op. 

Signaalwoorden: - om te beginnen, daarnaast, bovendien, tot slot

                              - ten eerste, ten tweede, ten ... / ten slotte

Samen oefenen

Opdracht: We kijken nu samen naar drie oefeningen. Wat zou jij zeggen in deze situatie?

Antwoorden

Taalhandeling: 

Een omschrijving geven

Goed antwoord:

• Het is een rugzak. Hij is gestreept en er zit een gat in.

Antwoorden

Taalhandeling: 

Een mening geven

Een advies geven

Goed antwoord:

• Ik vind dat de baasjes de poep op moeten ruimen.
• De baasjes zouden de poep op moeten ruimen.

Antwoorden

Taalhandeling oefening 3:

Informatie geven

Goed antwoord:

• Ik heb slecht geslapen, want de buurman
  was aan het klussen vannacht. 
• Ik heb slecht geslapen, omdat de buurman
  lawaai maakte. 

Oefenen

Opdracht: Kijk samen naar oefeningen. Denk na over de volgende vragen. Bedenk wat jullie zouden zeggen op het examen: 

- Wat is de taalhandeling (mening, advies, instructie, klagen, vragen, omschrijven, ...)?

- Welke handige woorden of zinnen kun je hier gebruiken?

- Welke signaalwoorden kun je hier gebruiken?

Klaar? Schrijf dan op wat jullie hebben bedacht. Werk in je boek tot de tijd om is.

Antwoorden

Taalhandeling oefening 1: 

Een advies geven

Goed antwoord:

• Als ik jou was, zou ik de lamp naar de hoek schuiven. Ook zou ik bloemen op de tafel zetten. Tot slot zou ik foto's aan de muur hangen. 
• Je zou de lamp in de hoek kunnen zetten. Je zou ook bloemen op tafel kunnen zetten en foto's aan de muur kunnen hangen.

Antwoorden

Taalhandeling oefening 2:

Een mening geven / jouw idee delen

Goed antwoord:

• Volgens mij eten kinderen te veel snoep. Ik denk dat kinderen elke dag meer fruit moeten eten.
• Ik denk dat kinderen te weinig sporten. Alle kinderen zouden twee keer per week moeten sporten.

Antwoorden

Taalhandeling oefening 3:

Informatie geven

Goed antwoord:

• Eerst heb ik de wc schoongemaakt. Daarna heb ik de ramen gewassen en tot slot heb ik een kopje koffie gedronken met mevrouw Verspui.
• Ik maakte eerst de wc schoon. Daarna waste ik de ramen en aan het einde van de ochtend dronk ik koffie met mevrouw Verspui.

Samen oefenen

Opdracht: Oefen in duo's met de andere spreekopdrachten uit het examen Spreken 2020. Lees de opdracht eerst samen. Daarna doet een van jullie de opdracht. 

Tip: Maak het antwoord niet te lang als dat niet nodig is.

Pauze

Samen oefenen tot ... uur

Opdracht: Oefen in duo's met de andere spreekopdrachten uit het examen Spreken 2020. Lees de opdracht eerst samen. Daarna doet een van jullie de opdracht. 

Tip: Maak het antwoord niet te lang als dat niet nodig is.

Klaar? Doe het examen dan nog een keer, maar gebruik een timer of maak een opname.

Samen bespreken

Opdracht: We bespreken samen de andere spreekopdrachten uit het examen Spreken 2020. We lezen de opdracht eerst samen. Daarna doet een van jullie de opdracht. 

Tip: Maak het antwoord niet te lang als dat niet nodig is.

Ik ben klaar voor het examen Spreken B1

😒🙁😐🙂😃

Wat vind jij nog moeilijk bij spreken?