Week 6: Listening + Reading + Grammar Review

Past Perfect Practice Makes (Past) Perfect
Past Perfect Worksheet 
Click here or download from magister.

Finished?
Study vocabulary 
- Links found in study guide.
1 / 40
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Past Perfect Practice Makes (Past) Perfect
Past Perfect Worksheet 
Click here or download from magister.

Finished?
Study vocabulary 
- Links found in study guide.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Monday 3 October - Havo 3
-I can use prepositions of time and place correctly. 

Lesson Overview
Prepositions Review
Prepositions Explained (once more)
Practice (makes perfect)
Check your classmates answers


Slide 3 - Slide

Prepositions of time & Prepositions of place
For days and dates
I was born ____ the 3rd of September.
I go to work ____ Sundays.
For months, years, seasons, times of day.
I only drink coffee ___ the morning.
He dresses like she lives ____ 1980.
For specific times of days/holidays
Let's meet ___ 2:30pm to study!
For surfaces, public transport, roads/streets/rivers
Ugh, I left my phone ___ my desk at home!
I live ____ Zusterstraat.
For general areas, cities/countries, inside area or space
I was born ___ Brussels.
I've never been ___ that new museum. 
For specific locations, particular places
I'm ___ the central station.
Could we meet ___ that new skate park?
on
in
in
at
at
on

Slide 4 - Drag question

Prepositions of time
on
days, dates
I have swim class on Saturdays.
I was born on November 4th.
in
months, years, seasons, parts of the day
I was born in 1990.
I love in the morning.
at
specific times of the day, holidays
We have Spanish at 13:10.

Prepositions of place
on
surfaces, public transport, roads/streets/rivers
I was walking on the sidewalk but a bike still hit me!
Which street are we on?
in
general places, cities/countries, inside an area or space
He was born in Canada. 
I'm in the city center.
at
specific locations, particular places
I can't talk, I'm at school.
I DON'T KNOW WHERE MY PHONE IS AT!
I think I left it at my friend's.

Slide 5 - Slide

Prepositions of time & Prepositions of place
For days and dates
I was born ____ the 3rd of September.
I go to work ____ Sundays.
For months, years, seasons, times of day.
I only drink coffee ___ the morning.
He dresses like she lives ____ 1980.
For specific times of days/holidays
Let's meet ___ 2:30pm to study!
For surfaces, public transport, roads/streets/rivers
Ugh, I left my phone ___ my desk at home!
I live ____ Zusterstraat.
For general areas, cities/countries, inside area or space
I was born ___ Brussels.
I've never been ___ that new museum. 
For specific locations, particular places
I'm ___ the central station.
Could we meet ___ that new skate park?
on
in
in
at
at
on

Slide 6 - Drag question

Prepositions of time & place
Complete this worksheet (click here). Write your answers down on a piece of paper. 

Finished?
Holmwoods
Study vocabulary -> see study guide on teams
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Prepositions of time & place
Check your classmate's answers with this key.(click here)


Slide 8 - Slide

I can use prepositions of time and place.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Slide

Thursday 6 October - Havo 3
Lesson Goals: 
- I know what to expect for the SO. 
    - I can use prepositions of time and place
    - I can use the past perfect.
    - I can use words that have to do with crime.

Lesson Overview
Review of Past perfect
Worksheet
Check answers


FOR SO BRING: 
-headphones
-charged laptops

Slide 11 - Slide

Change the verb so it is in the past perfect.
Yesterday, when I walked outside I saw that a squirrel _______ (to dig) a huge hole in my garden!

Slide 12 - Open question

Past Perfect
When do we use it?
To talk about an action that finished before another action (usually in the past simple).

The thief had escaped before they entered the house.
After he had burnt the evidence, he threw the ashes into the bin. 

Form?
had + past participle

*Past participle is the third form of the verb.
to be - was/were  -  been
to go - went           - gone
to work -worked - worked
TIP!
signal words for Past Perfect: 
when, before, as soon as, after

Slide 13 - Slide

Past Perfect Practice Makes (Past) Perfect
Past Perfect Worksheet 
Click here or download from magister.

Finished?
Study vocabulary 
- Links found in study guide.
timer
8:00

Slide 14 - Slide

Past Perfect Practice Makes (Past) Perfect

Slide 15 - Slide

Past Perfect Practice Makes (Past) Perfect

Slide 16 - Slide

What grade did you get on the worksheet?
10-9
8,9-8
7,9-7,0
6,9-6
5,9-5,5
less than 5,5

Slide 17 - Poll

Prepositions of time & Prepositions of place

Slide 18 - Slide

Friday 30 September - 3H
-I can understand and listen to a video of native speakers talk about food addiction. 

Lesson Overview
Watching + Answering questions




Slide 19 - Slide

True or false:
food can be a serious addiction
A
true
B
false

Slide 20 - Quiz

True or false:
it's not as difficult to overcome a food addiction as it is to overcome a drug addiction
A
true
B
false

Slide 21 - Quiz

Watching assignment
You're going to watch an episode of somebody who's addicted to pizza. Answer the questions that you will see on screen.

1) You will see the question on the screen
2) Watch the part
3) Answer the question on your device

Slide 22 - Slide

17

Slide 23 - Video

00:39-00:49
Wat wordt hier gezegd over hoeveel pizza Josh eet?

Slide 24 - Slide

01:13
Wat wordt hier gezegd over hoeveel pizza Josh eet?

A
Hij eet gemiddeld veel meer pizza dan iemand anders.
B
Hij eet pizza alleen bij de lunch en het avondeten.
C
Hij eet 1800 kilo pizza per jaar.
D
Hij eet net zoveel pizza als een gemiddelde Amerikaan.

Slide 25 - Quiz

02:07-02:17
Josh was nog jong toen hij voor het laatst groenten at. Wat vertelt hij hierover?

Slide 26 - Slide

02:42
Josh was nog jong toen hij voor het laatst groenten at. Wat vertelt hij hierover?

A
Groenten verdwenen opeens van het menu.
B
Josh verstopte zijn groenten en at helemaal niks.
C
Josh werd gedwongen door zijn moeder.
D
Josh werd gedwongen door zijn vader.

Slide 27 - Quiz

03:50-04:00
Josh moest stoppen met volleybal. Wat is hiervan de reden?

Slide 28 - Slide

04:50
Josh moest stoppen met volleybal. Wat is hiervan de reden?
A
Zijn vrienden vonden het niet verantwoord dat hij nog speelde.
B
Hij mocht niet meer spelen van de dokter omdat het ongezond was voor hem.
C
Zijn klachten zorgden ervoor dat hij niet meer kon spelen.
D
Hij mocht van zijn moeder niet meer spelen.

Slide 29 - Quiz

06:01-06:11
Wat heeft Josh volgens de experts nodig om van zijn verslaving af te komen?

Slide 30 - Slide

07:14
Wat heeft Josh volgens de experts nodig om van zijn verslaving af te komen?
A
Hij moet naar de dokter zodat die advies kan geven over zijn dieet.
B
Hij moet naar een psycholoog om nee te leren zeggen.
C
Ze moeten onderzoeken welk effect zijn gevoel op zijn eetgedrag heeft.

Slide 31 - Quiz

08:50-09:00
Josh krijgt te zien hoe veel vet hij jaarlijks eet. Welk effect heeft dat op hem?

Slide 32 - Slide

10:30
Josh krijgt te zien hoe veel vet hij jaarlijks eet. Welk effect heeft dat op hem?
A
Hij vindt het erg confronterend en wil er niks mee te maken hebben.
B
Het zet hem aan het denken en is opgelucht.
C
Hij vindt het allemaal wel meevallen, en is nog niet overtuigd om mee te doen.

Slide 33 - Quiz

11:50-12:00
Welk inzicht krijgt Josh door het gesprek met Dr. Dow?

Slide 34 - Slide

12:37
Welk inzicht krijgt Josh door het gesprek met Dr. Dow?
A
Dat hij volleybal eigenlijk niet leuk vond.
B
Dat hij het eten van pizza compenseerde met volleybal.
C
Dat zijn gedachten van invloed zijn op het eten van pizza.

Slide 35 - Quiz

12:57-13:07
J.J. Virgin bespreekt de resultaten van de allergietest en het bloedonderzoek. 
Wat is haar conclusie?

Slide 36 - Slide

14:14
J.J. Virgin bespreekt de resultaten van de allergietest en het bloedonderzoek. Wat is haar conclusie?
A
Josh is allergisch voor groenten, waardoor hij klachten kreeg.
B
De klachten die Josh had kwamen door het eten van pizza.
C
Josh heeft zoveel pizza gegeten dat hij er niets meer door voelt.

Slide 37 - Quiz

16:32-16:42
Hoe gaat het met Josh in de eerste paar dagen na het stoppen met pizza?

Slide 38 - Slide

19:01
Hoe gaat het met Josh in de eerste paar dagen na het stoppen met pizza?
A
Hij heeft last van afkickverschijnselen.
B
Hij is boos en wil stoppen met afkicken.
C
Het gaat hem erg makkelijk af.
D
Hij moet doorzetten, maar dat is moeilijk.

Slide 39 - Quiz

21:11
Welke overeenkomsten zie je tussen een eetverslaving en een drugsverslaving?

Slide 40 - Open question