Par. 4.3 De Grieken, hun goden, hun bouwstijlen en hun nieuwe manier van denken.

Leerdoelen opschrijven
  1. Noem vier verschillen tussen de Grieken en andere godsdiensten. 
  2. Noem vier voorbeelden waaruit de grote invloed van de godsdienst op het leven van de Grieken blijkt. 
  3. Welke drie bouwstijlen zijn bekend geworden? Noem van elk een kenmerk.  

Klaar? Les "Het orakel van Delphi"op blz. 67
timer
5:00
1. Wat is een mythe?
2. Noem twee voorbeelden waaruit blijkt dat de Grieken dezelfde godsdienst hadden.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen opschrijven
  1. Noem vier verschillen tussen de Grieken en andere godsdiensten. 
  2. Noem vier voorbeelden waaruit de grote invloed van de godsdienst op het leven van de Grieken blijkt. 
  3. Welke drie bouwstijlen zijn bekend geworden? Noem van elk een kenmerk.  

Klaar? Les "Het orakel van Delphi"op blz. 67
timer
5:00
1. Wat is een mythe?
2. Noem twee voorbeelden waaruit blijkt dat de Grieken dezelfde godsdienst hadden.

Slide 1 - Slide

Programma (1hv1)
05/12: Par. 4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen.
08/12: Par. 4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen.
12/12: Par. 4.4 De Grieken en de manier van denken
15/12: Par. 4.4 De Grieken en de manier van denken
20/12-
22/12 : Par. 4.4 De Grieken en de manier van denken
Kerstvakantie
10/01: Par. 4.5 Alexander de Grote verbreidt de Griekse cultuur
12/01: Par. 4.5 Alexander de Grote verbreidt de Griekse cultuur
17/01: Herhalingsles
TOETSWEEK P2: 
HOOFDSTUK 4

Slide 2 - Slide

Programma (1vs1)
05/12: Par. 4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen.
08/12: Par. 4.3 De Grieken, hun goden en hun bouwstijlen.
12/12:  Par. 4.4 De Grieken en de manier van denken
15/12:  Par. 4.4 De Grieken en de manier van denken
20/12-
22/12 : : Par. 4.4 De Grieken en de manier van denken
Kerstvakantie
10/01: Par. 4.5 Alexander de Grote verbreidt de Griekse cultuur
12/01: Par. 4.5 Alexander de Grote verbreidt de Griekse cultuur
17/01: Herhalingsles
TOETSWEEK P2: 
HOOFDSTUK 4

Slide 3 - Slide

Vandaag
1. Opdracht bespreken
2. Uitleg par. 4.3
3. Leerdoelen beantwoorden
4. SO bespreken
5. Afsluiten

Slide 4 - Slide

De Grieken... 
- Spraken hetzelfde taal
- Op het gebied van onderwijs, denken en kunst waren er veel overeenkomsten. 
- De Illias en Odyssee droegen ertoe bij dat de Grieken dezelfden goden gingen vereren. 

Slide 5 - Slide

Epos
  • Twee belangrijke verhalen zijn opgeschreven door de dichter Homerus in de 8e eeuw voor Christus. 
  • Droegen ertoe bij dat de Grieken dezelfde goden gingen vereren. 
1. De 'Illias' gaat over de Trojaanse oorlog en de held Achilles (ilias = Grieks voor Troje). Het verhaal gaat ook over goden. 
2. De 'Odyssee' gaat over de reis van Odysseus die hij maakt van Troje terug naar huis.
Een epos is een lang verhaal in de vorm van een gedicht over mensen die heldendaden hebben verricht. 

Slide 6 - Slide

Wat is een mythe?
  • Verhalen met een lesje. Het gaat over de goden, halfgoden, helden en gewone mensen.
  • Polytheïstische geloof.
  • Mythen werden gebruikt om de wereld te verklaren. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

De Griekse godenwereld (1)
Zeus, de oppergod en de god van de hemel. Bliksem en donderen.
Poseidon, zee.
Hades, het dodenrijk.
Apollo, kunsten, zoon van Zeus.
Dionysos, wijn en feestvieren.
Nikè, overwinning
Etc... 

Slide 9 - Slide

De Griekse godenwereld(2)
  • De goden waren onsterfelijk, hadden macht over het leven van de mensen en hadden menselijk eigenschappen.
  • De belangrijkste goden woonden in de berg Olympos.
  • Halfgoden.

Slide 10 - Slide

Opdracht: eerst lezen
Je leeft in de tijd van de Grieken. Je bent net naar het theater geweest en wou net naar de Akropolis gaan toen je op straat twee priesters hoorde discussiëren. NJe werd nieuwsgierig en bent bij deze priesters gaan luisteren. "Wat een bijzonder verschijnsel is de regenboog toch, hoe ou dat kunnen zijn ontstaan?", vraagt de ene priester zich af.  "Ik heb geen idee", zegt de andere priester, "Er moet toch een logische verklaring zijn waarom de goden de regenboog 
hebben gemaakt?!". 

De mythen van de Grieken waren verzonnen godenverhalen waarbij iets onbegrijpelijks wordt verklaard met behulp van de goden.  

Slide 11 - Slide

Opdracht: wat ga je doen?
Schrijf een Griekse mythe waar in je zelf een verschijnsel/iets onbegrijpelijks voor mensen uit die tijd verklaart met behulp van de goden. Je moet hierbij gebruik maken van de goden waarin de Grieken geloofden. 

Het moet: een origineel verhaal zijn, dus niet kijken op een bestaande mythe. 
Minimaal 1A4 / Maak met z'n tweeën. 
Geen cijfer, maar kennis!

Slide 12 - Slide

vier verschillen tussen de Grieken en andere godsdiensten. 
1. Griekse goden leken sterk op mensen. 
2. Er waren halfgoden.
3. Genieten van het leven op aarde. 
4. Goden konden rechtstreeks tot de mensen spreken, bijvoorbeeld door de orakels (plaats waar een God antwoord geeft op vragen). 
Het orakel van Delphi was het belangrijkst. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Invloed van de godsdienst op het leven van de Grieken was groot. 
  • Elk volksvergadering begon met gebeden en offers. 
  • Religieuze festivals, zoals de Olympische Spelen (optocht, feestmaal en toneelstukken, alles ter ere van oppergod Zeus). Het werd in die tijd niet gevochten tussen de poleis.
  • Doden werden op een goede manier begraven, anders kwam de dode de onderwereld niet binnen. Zijn geest zou eeuwig rondzwerven over de wereld. 

  • Ze hadden tempels met godenbeelden die verzorgd werden door priesters. Iedereen kon bidden en offers brengen (goud, zilver, landbouwproducten). De goden in gunstig stemmen. 
  • Orakel: voor raad of toekomstvoorspelling. Boodschappen van de goden in ruil voor geld. 

Slide 15 - Slide

Klassieke cultuur
De kunst en cultuur van de Grieken en de Romeinen samen noemen wij KLASSIEKE CULTUUR!

Klassiek: dingen uit het verleden die we nog steeds waardevol vinden.

Slide 16 - Slide

Liefde voor de kunsten
  • Beeldkunst: het  onderzoeken naar het menselijk lichaam leidden tot het maken van beelden die echt op mensen lijken. 
  • Griekse beelden zijn een weerspiegeling van hoe de Grieken zichzelf en de goden zagen: perfect en gespierd.

Slide 17 - Slide

Bouwstijlen
  • Dorische: eenvoudig en strak
  • Ionische: versier met mooie krullen
  • Korintische: versierd met afbeeldingen van sierlijk gekrulde bladeren van planten. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Toneelstuk
Je moet iets van een toneelstuk leren.
  • Tragedie: loop altijd slecht af.
  • Komedie: vrolijk einde.
  • Gebruik van maskers

Slide 22 - Slide

Toneelstuk
Je moet iets van een toneelstuk leren.
  • Tragedie: loop altijd slecht af.
  • Komedie: vrolijk einde.
  • Gebruik van maskers

Slide 23 - Slide

Leerdoelen antwoorden
  1. Noem vier verschillen tussen de Grieken en andere godsdiensten.
  2. Noem vier voorbeelden waaruit de grote invloed van de godsdienst op het leven van de Grieken blijkt.
  3. Welke drie bouwstijlen zijn bekend geworden? Noem van elk een kenmerk. 
timer
4:00

Slide 24 - Slide

SO bespreken

Slide 25 - Slide

Afsluiten
Wat heb je vandaag gedaan en geleerd?

Slide 26 - Slide