4M P3 Les 7 Belastbaar inkomen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom

Ga zitten volgens de plattegrond.

Pak je schoolspullen: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje.

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.

Klaar? Lees de leerteksten van § 6.1.

Programma

• Startopdracht
• Leerdoelen en voorkennis
• Uitleg inkomstenbelasting en loonheffing
• Toepassen
• Uitleg belastbaar inkomen
• Toepassen
• Samenwerkingsopdracht
• Afsluiting

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je:

• Uitleggen wat loonheffing is.
  
• Uitleggen dat de inkomstenbelasting in drie boxen is verdeeld.
  
• Het eigenwoningforfait berekenen.
  
• Verschillende aftrekposten en bijtellingen benoemen.
  
• Het belastbaar inkomen berekenen.

Voorkennis

Welk bedrag ontvang je op jouw bankrekening?

Waaruit bestaat de loonheffing?

Waarvoor betaal je pensioenpremie?

Uitleg

Loonheffing

Inkomstenbelasting die wordt ingehouden op je brutoloon.

Belastingdienst

Loonbelasting

Loonbelasting en premies volksverzekeringen.

Nettoloon

Brutoloon

Inkomsten belasting die je maandelijks vooruit betaalt.

Inkomstenbelasting

Vanaf 1 maart

Eigen woning

Beleggingen

Werk

Spaargeld

Aangifte over inkomsten afgelopen jaar

Inkomstenbelasting

Belastbaar inkomen

uit sparen en beleggen.

Box 1

Box 2

Box 3

Belastbaar inkomen

uit werk en woning.

Vermogen

Quiz

Waaruit bestaat de loonheffing?

1. Loonbelasting
2. Premies volksverzekering en loonbelasting
3. Premies werknemersverzekering en loonbelasting.
4. Premies werknemersverzekering en premies volksverzekering

Waarover moet je belasting betalen in box 1?

1. Belastbaar inkomen uit werk
2. Belastbaar inkomen uit werk en woning
3. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
4. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Waarover moet je belasting betalen in box 3?

1. Belastbaar inkomen uit werk
2. Belastbaar inkomen uit werk en woning
3. Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
4. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Toepassen

Wat? § 6.1 opdracht 2 t/m 11 (blz. 170-173).

Hoe? Zelfstandig met overleg.

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Uitleg

Belastbaar inkomen

Inkomen waarover je belasting moet betalen.

Casus

• Brutoloon: € 62.100
  
• Loonheffing: € 28.200
  
• Bijtelling auto van de zaak: € 8.800
• WOZ-waarde: € 340.000
  
• Betaalde hypotheekrente: € 4.430
• Aftrekbaar deel giften goede doelen: € 860

Pak je wisbordje

Bereken het belastbaar inkomen.

Gegevens

• Maandsalaris: € 4.266
• Eigenwoningforfait: € 1.770
  
• Bijtelling auto van de zaak: € 3.920
  
• Hypotheekschuld: € 251.000
  
• Hypotheekrente: 2,4%
  
• Aftrekbaar deel giften goede doelen: € 1.200
  

Toepassen

Wat? § 6.1 opdracht 2 t/m 11 (blz. 170-173).

Hoe? Zelfstandig met overleg.

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Zoek het woord

Wat?

• Beantwoord de vraag.
• Laat het antwoord controleren. 
• Antwoord goed? Je ontvangt een letter.
• Alle vragen beantwoord? Raad het woord.

Hoe? Werk in tweetallen.

Klaar? Maak de plusopdrachten.

Afsluiting

Pak je agenda

Datum: 

Maken: § 6.1 opdracht 2 t/m 11 (blz. 170-173).

Leren: Leerteksten 5.1 t/m 5.4 en 6.1.

SE-week: H5 en H6