Klas H3 week 6 les 2

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met mensen en activiteiten beschrijven
Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Chapitre 1
7. Vocabulaire B
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca Bop
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met mensen en activiteiten beschrijven
Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Chapitre 1
7. Vocabulaire B
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca Bop
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Heb ik het werkwoord avoir (hebben) herhaald
- Heb ik de présent van werkwoorden op -er herhaald
- Heb ik de passé composé geoefend
- Weet ik wat ik moet doen voor de eerstvolgende toetsmomenten




Slide 2 - Slide

Toetsinformatie
17 maart: inleveropdracht leesvaardigheid
8 april: inleveropdracht spreekvaardigheid

Zie toetsinformatie bij toetsen & evaluaties in de planner.
Vragen? 

Slide 3 - Slide

Ken je het rijtje van "avoir" (met vertaling) ?
avoir...... avoir.......
       mmmm....

Slide 4 - Slide

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00

Slide 5 - Slide

Zij heeft gekeken.
A
Elle a regardé
B
Elle a regarder
C
Elle regardé
D
Elle a regarde

Slide 6 - Quiz

U heeft gegeten.
Kies de juiste zin
A
Vous avez commandé
B
Vous avez dansé
C
Vous avez rencontré
D
Vous avez mangé

Slide 7 - Quiz

Ik heb gespeeld

Slide 8 - Open question

Wij hebben gezongen.

Slide 9 - Open question

u heeft een hekel gehad aan

Slide 10 - Open question

Question
Welke vier 
gebeurtenissen/situaties/toestanden
zie je aan het begin van de clip?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Les réponses
opstanden
smelten van de ijskap
immigratiecrisis
oorlog

Slide 13 - Slide

Wat betekent de titel van het liedje?
Non, non rien n'a changé
A
Nee, nee niemand zingt
B
Nee, nee niet zingen!
C
Nee, nee niemand verandert
D
Nee, nee niets is veranderd

Slide 14 - Quiz

Geef het hele rijtje van het werkwoord
chanter = zingen in de présent

Slide 15 - Open question

Chanter = zingen
Je chante = ik zing
Tu chantes = jij zingt
il/elle/on chante
nous chantons
vous chantez
ils/elles chantent

Slide 16 - Slide

Présentations
  • Les 2 suivants parlent de leur week-end
  • Les autres: écoutez! Et raconte se que tu as entendu. Donnez un tip et un top.

Slide 17 - Slide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire
In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 18 - Slide

Au revoir

Slide 19 - Slide