Les 6 18-9-2024Woordenlijst en oktoberfest

Les 6 18-09-2024
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Les 6 18-09-2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie wir zusammen arbeiten
  • Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, laptop

  • We praten zoveel mogelijk in het Duits

  • We luisteren naar elkaar

  • Bij vragen steken we ons arm omhoog





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lessonup
klascode
eluog







Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klassensprache

Kann ich auf die Toilette gehen, bitte?
Darf ich zur Toilette gehen, bitte?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Klassetaal/ Klassensprache

Slide 6 - Slide

bestand uitdelen, doorsturen.
Voor de volgende les 1 tot en met 10 kennen.

Lernziele
Du kannst fragen stellen an einen Klassenkameraden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?
Ein deutsches Fest besprechen.
Sprechübung

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Das Oktoberfest
Zoek informatie over het feest:
- Waar wordt het gevierd? 
- Vanaf wanneer wordt het gevierd en waarom.
- Hoeveel mensen bezoeken het feest.

timer
5:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Das Oktoberfest
Schrijf 5 woorden uit het filmpje op.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Typisch Oktoberfest ...Was passt zusammen?
Dirndl
Lebkuchenherz
Lederhose
Maß Bier
Bretzel
Bierzelt
Wiesn

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Hausaufgaben besprechen
K1, Teil D, Aufgabe 15 (kies een tekst) S. 22 oder 23
K1, Teil E, Aufgabe 16, 17, 18 S. 24-25

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

die Fragewörter
Welche?
welke?
Was?
wat?
Wo?
waar?
Wann?
wanneer
Wohin?
waarheen?
Wie?
hoe?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vraagwoorden.
hoe?
waar?
waarom?
wat?
wie?
warum?
wie?
wo?
was?
wer?

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Spreekoefening
Zoek 3 klasgenoten op en stel 
de vragen, de ander antwoord:

- Wer bist du? / Ich bin...

- Wie alt bist du? / Ich bin .....Jahre alt.
- Was ist dein Hobby? / Mein Hobby
 ist .......

-Wo wohnst du? / Ich wohne in .....

Maak aantekeningen van de antwoorden.

Als je aan de beurt bent, beantwoord je in het Duits.



timer
5:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wie geht es dir?
K1, Teil Nachricht, Aufgabe 21 und 23, Seiten 26-27

*Werk opdracht 21 uit in je schrift.
*Gebruik opdracht 21 voor je vragen en 
antwoorden bij opdracht 23

timer
10:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Spreekoefening
Zoek 3 klasgenoten op en stel de vragen en antwoorden uit opdracht 23.

Begroet elkaar
Vraag hoe het met de ander gaat?
Geef antwoord.
Bedank elkaar.
Neem afscheid.

Maak aantekeningen van de antwoorden die je gesprekspartner geeft.

Als je aan de beurt bent, beantwoord je in het Duits.



timer
5:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

getallen
de 
getallen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Praktijkopdracht
Maak een stamboom van je  familie (met alle opa's/oma's, ooms/tantes enz). Zet daar ook in het Duits hun leeftijd bij.

Zet bij elke tak het Duitse woord erbij.  Je kunt de woorden vinden in
Lernecke Seite 40-41

Slide 19 - Slide

A3 papier gebruiken voor elke leerling. 
woorden in de stamboom zetten:
vader = Vater
moeder = Mutter
ik = ich
zus = Schwester
broer = Bruder
opa = Opa / Großvater
oma = Oma / Großmutter
oom = Onkel
tante = Tante
neef (kind van oom en tante) = Cousin
nicht (kind van oom en tante) = Cousine
neef (kind van broer of zus) = Neffe
nicht (kind van broer of zus) = Nichte
Steckbrief
Du bekommst ein Blatt mit Fragen.
Beantworte die Fragen auf deutsch.

Danach das Blatt falten und an die Lehrerin abgeben.
timer
8:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk / Hausaufgaben
dinsdag 24 september
kennen:
haben, sein, getallen 1 t/m 100, vraagwoorden
(oefentoets in lessonup)

maken: 
K1, Teil I, Aufgabe 38, 39, Seite 36

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Auf Wiedersehen 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions